This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
BS 3 Kruisingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
* Je kunt een kruisingsschema opzetten
* Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen
van ouders en/ of nakomelingen afleiden.
Slide 2 - Slide
Een kruising
Als je de genotypen van de ouders (P) weet, dan kun je een kruisingsschema maken om te voorspellen wat het genotype en het fenotype van de nakomelingen (F1, F2) wordt.
Slide 3 - Slide
Aantekening:
Om een kruisingsschema te kunnen maken moet je de
volgende stappen doorlopen:
Stap 1: P : genotype x genotype Schrijf de genotypes van beide ouders op.
Stap 2: G: Welke gen kan in de geslachtscellen zitten? Stap 3: F1 : Schrijf op wat het genotype van de nakomelingen
wordt. (Als er meerdere genotypes mogelijk zijn, dan maak je een
kruisingstabel.)
Stap 4: F2: Soms kun je nog verder kruisen met de nakomelingen van de F1.
Slide 4 - Slide
Voorbeeld kruising
Slide 5 - Slide
Uitwerking kruising
Noteer eerst de P -generatie: AA x aa
Welke geslachtscellen? A a
F1 Aa
Kans op Zwartbont = 100 %
Kans op Roodbont = 0%
Slide 6 - Slide
De jongen uit de F1 planten zich onderling voort...
F1: Aa x Aa
Geslachtscellen A of a A of a
(omdat we nu niet met zekerheid kunnen zeggen hoe de jongen eruitgaan zien, maken we een kruissingsschema.)
- extra uitdaging: https://biologiepagina.nl/Toetsen/erfelijkheid/erfelijkheid.htm
Slide 11 - Slide
Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn. Hoe groot is de kans op witte konijntjes?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%
Slide 12 - Quiz
Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn. Wat is het genotype van de konijntjes uit de F1?