herhalen ecologie

herhalen ecologie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen ecologie

Slide 1 - Slide

optimumkromme

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

 Symbiose
Samenleven van individuen
Binnen dezelfde soort
Van twee verschillende soorten
Coöperatie
Concurrentie
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Concurrentie
Predatie

Slide 4 - Slide

Mutualisme
Beide soorten profiteren van de samenleving

Voorbeeld: zeeanemoon en clownsvis of 
korstmossen en algen

Slide 5 - Slide

Commensalisme
Eén soort profiteert van de ander, zonder dat 
die nadeel heeft.
Voorbeeld: zuigvissen op haai of mos op een boom

Slide 6 - Slide

Parasitisme
Eén soort parasiteert de ander die daar
nadeel door heeft
Voorbeeld: lintworm of maretak

Slide 7 - Slide

  Biologische evenwicht (biomassa)

Slide 8 - Slide

Voedselketen

Slide 9 - Slide

Voedselweb
Koolmees is een zwakke schakel. 
Afhankelijk van één voedselbron.
Kikker heeft sterke positie.
Veel keus in prooidieren.
Buizerd en vos zijn de toppredatoren.
Zij worden niet door anderen gegeten.
Welk gevolg heeft het voor de sprinkhaan als het lievenheersbeest een slecht jaar heeft en weinig nakomelingen krijgt? 

Slide 10 - Slide

Het verschil uit tussen een voedselketen en een voedselweb.

Een voedselketen is een rechte lijn 
van wie-eet-wie.
Een voedselweb laat zien hoe 
verschillende voedselketens 
met elkaar verbonden zijn in 
een ecosysteem.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke soort kan het best tegen schommelingen in abiotische factoren?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d

Slide 13 - Quiz

Welke soort kan samenleven in hetzelfde gebied als soort a?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d

Slide 14 - Quiz

Oropendolavogels (Psarocolius montezuma) bouwen hangnesten. Koespreeuwen proberen daarin ook een ei te leggen. Als een oropendola de vervalsing niet ontdekt, wordt dat ei mee uitgebroed. Uit onderzoek blijkt dat nesten met een jonge koespreeuw minder last hebben van paardenhorzels, doordat deze door koespreeuwjongen worden gegeten.
Welke ecologische relatieterm is het meest van toepassing op de relatie tussen oropendola en koespreeuw?

A
Commensalisme
B
Mutualisme
C
Parasitisme
D
Predatie

Slide 15 - Quiz

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Geen symbiose maar predatie

Slide 16 - Quiz

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 17 - Quiz

Vormen alle levende organismen in de sloot een ecosysteem, een levensgemeenschap of een populatie?

A
ecosysteem
B
levensgemeenschap
C
populatie

Slide 18 - Quiz

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de producenten in dit voedselweb?

Slide 20 - Open question

Hoeveel schakels bevat de langste voedselketen in dit voedselweb?

Slide 21 - Open question

Welke organismen zijn allemaal consumenten van de 2de orde?

Slide 22 - Open question