Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 5 min
Items in this lesson
Stijlfiguren
Welkom H4
Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel.
Slide 1 - Slide
Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!
Slide 2 - Slide
Wat is een actieve werkhouding?
Slide 3 - Open question
Planning periode 1:
Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
3 Tekstsoorten
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
8 Bronnenonderzoek
Taal
9 Framing
Literatuur
Gedicht en een boek
Stijlfiguren blz. 158-159
Slide 4 - Slide
Vandaag:
Stijlfiguren in gedichten
Je leert hoe herhalingen en tegenstellingen structuur geven aan gedichten.
Slide 5 - Slide
Poëzie/gedichten: (blz. 150)
- weinig woorden, veel betekenis
interpretatiemogelijkheid
- betekenis door vorm
stijlfiguren, beeldspraak, witregels
- voordragen
rijm en ritme
Slide 6 - Slide
Stijlfiguren (blz. 158-159)
Je presenteert in 30 seconde jouw stijlfiguur.
1. Leg je stijlfiguur uit.
2. Geef een voorbeeld van het stijlfiguur (dat niet in je boek staat).
timer
4:00
timer
0:30
Slide 7 - Slide
Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 8 - Quiz
Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 9 - Quiz
Ik sta echt al tien jaar op je te wachten.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 10 - Quiz
Mijn cijfer voor Nederlands viel niet tegen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 11 - Quiz
Hij werd kwaad, woedend, nee... witheet toen hij zag dat hij een bekeuring had gekregen.
A
understatement
B
climax
C
anticlimax
D
eufemisme
Slide 12 - Quiz
De finale van het songfestival zorgde voor spanning, strijd en spektakel.
A
hyperbool
B
tricolon
C
antithese
D
paradox
Slide 13 - Quiz
Haar konijn is heengegaan.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
antithese
D
paradox
Slide 14 - Quiz
Lees de gedichten op blz. 150 in je theorieboek.
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 150).
Overleg alleen fluisterend.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Schrijf een gedicht over een droom die jij hebt voor de stad Den Haag. Hoe zou de stad eruit moeten zien over vijftig jaar? Wat vind jij belangrijk in de stad?
Gebruik minstens drie stijlfiguren in je gedicht.
timer
12:00
Slide 21 - Slide
Lees het gedicht van diegene naast je. Welke stijlfiguren herken je?