workshop begeleiden PLP1 EBP methodiek stap 3

BO_PLP1 kennislab 4


Stap 3 van de EBP-methodiek
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SeksualiteitHBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BO_PLP1 kennislab 4


Stap 3 van de EBP-methodiek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Intenties
  1. Hoe beoordeel je een kwalitatieve studie
  2.  Onderbouwen wat je vindt van de kwaliteit van een kwalitatieve studie. 
Daarnaast:
3. Belang van gebruik van betrouwbare en valide artikelen
4. Kritisch vermogen activeren

Slide 2 - Slide

Voor de je individuele opdracht maak je gebruik van 2 wetenschappelijke artikelen dat je zelf hebt gevonden. Als verpleegkundige in opleiding leer je niet alleen kritisch te zijn tegenover het handelen van collega's of je eigen handelen, maar ook tegenover een artikel dat je leest. Je wilt tenslotte aanbevelingen geven of besluiten nemen m.b.v. inzichten uit bewijs en evidence, maar die resultaten moeten wel goed zijn. Wanneer een onderzoek goed is uitgevoerd en gerapporteerd, kan jij besluiten of je of toch geen gebruik maakt van die resultaten. Denk erom: niet alle onderzoeken zijn even sterk, betrouwbaar, valide en dus bruikbaar.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Tijdens kennislab 1 hebben jullie dieper kennisgemaakt met stap 1, namelijk het formuleren van een vraag. Jullie hebben gelezen en gezien in de kennisclip dat de vraag die je formuleert beantwoordbaar moet zijn, dat wil zeggen dat deze moet kunnen leiden tot artikelen die antwoord geven aan de vraag. Daarnaast hebben jullie gezien hoe je kunt zoeken naar artikelen. De vraag die je formuleert is erg belangrijk omdat je op basis daarvan bepaalt hoe je gaat zoeken. Deze stappen hebben jullie inmiddels waarschijnlijk ook al gemaakt voor je individuele opdracht. 
Vandaag hebben we het over de volgende stap, dat is namelijk het beoordelen van de kwaliteit van de gevonden artikelen.  
Validiteit
Betrouwbaarheid
Bruikbaarheid
resultaten op juiste manier gemeten
rekening gehouden met verstorende factoren
resultaten op juiste manier geïnterpreteerd
meten wat je wilt meten
onderzoek is herhaaldelijk
betrouwbare/ gekalibreerde (meet)instrumenten gebruikt
beschrijving hoe resultaten tot stand zijn gekomen
haalbaarheid van resultaten in praktijk
doelgroep en setting passend
hvertaling naar dagelijkse praktijk

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Validiteit
Als je delier wilt meten, dan geen GDS (depressie)
Als je valrisico wilt meten, dan geen mobiliteitstest
Als je persoonsgerichte zorg wilt meten, dan geen vragen over presentiebenadering

Slide 6 - Slide

Validiteit: meten wat je wilt meten, dat wil zeggen dat als men een onderzoek uitvoert naar hoe een delier gesignaleerd kan worden, deze niet een meetinstrument gaat gebruiken dat zich richt op depressie. Of, om BS2 als voorbeeld te nemen, een veel gemaakte fout, als je bij een patiënt wilt meten of deze valgevaarlijk is, je kiest voor een mobiliteitstest. Je meet dus niet wat je wilt meten, maar iets heel anders. Om het in termen van deze opdracht te houden: als de onderzoekers willen weten hoe persoonsgerichte zorg ervaren wordt, moeten ze niet vragen gaan stellen die eerder betrekking hebben op belevingsgerichte zorg of op taakgerichte zorg. 
Betrouwbaarheid
Onderzoek her-uitvoerbaar
Als zelfverzonnen vragenlijst, kan anders geïnterpreteerd worden= niet dezelfde resultaten

Slide 7 - Slide

Betrouwbaarheid: hier gaat het om de manier hoe het onderzoek is uitgevoerd, en hoe deze beschreven wordt in een artikel. Een onderzoek is betrouwbaar wanneer deze precies op dezelfde manier uitgevoerd kan worden en (bijna) precies dezelfde resultaten oplevert. Dus, wanneer men wil meten of iemand delirant is en die gebruikt een zelfverzonnen vragenlijst of observatielijst die nooit eerder is getest, dan is de kans groot dat als iemand anders die zelfde vragenlijst invult, de resultaten niet gelijk zijn. In een artikel gaat het erom dat de onderzoekers dus goed en grondig beschrijven hoe ze tot die resultaten zijn gekomen.  
Bruikbaarheid
Voor jouw delgroep van toepassing?
meetinstrument kiezen die ook getest is bij jouw doelgroep, bv.

Slide 8 - Slide

Bruikbaarheid: bij deze gaat om de toepasbaarheid van de resultaten op de praktijk. Je kijkt dus of het onderzoek wel uitgevoerd is bij de doelgroep waar jij interesse in hebt. Om even weer BS2 als voorbeeld te gebruiken: als je kiest voor een EMS, zo’n mobiliteitstest, bij mensen met dementie, dan moet je uiteraard weten of deze test ook gebruikt kan worden bij mensen met dementie. Zo niet, dan zult je resultaten krijgen waar je niets mee kan, of zet je interventies in op basis van die resultaten die eigenlijk helemaal niet juist zijn! 
Kwalitatief onderzoek
Fenomeen/ verschijnsel
Beschrijvend
Verkennend
Verklarend

Slide 9 - Slide

Bij kwalitatief onderzoek gaat het om een fenomeen, of verschijnsel. De onderzoekers willen meer over dat verschijnsel weten. Soms is dat beschrijvend: ze willen bijvoorbeeld weten wat men daarvan vindt of denkt, of wat men ermee ervaren heeft. Soms is het verkennend: men wil weten hoe het gedefinieerd kan worden, of wat anderen eronder verstaan, en soms is het verklarend, dan wil men weten waarom dat verschijnsel ergens plaatsvindt of waarom met dat zo belangrijk vindt. Er staat dus bij kwalitatief onderzoek altijd een verschijnsel centraal. Voor de opdracht van deze periode gaan jullie je verder verdiepen in persoonsgerichte zorg. Dat is dus in dit geval het verschijnsel waar je meer over wilt lezen. 
Voorbeeld onderzoek

Slide 10 - Slide

PDF'je in chat zetten voor studenten, dan kunnen zij dit voorbeeld bij de hand houden bij de vragen
Is dit een kwalitatief
onderzoek?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Vragen waarom? 


Het doel is definitie en ervaringen
Voorbeeld onderzoek

Slide 12 - Slide

PDF'je in chat zetten voor studenten, dan kunnen zij dit voorbeeld bij de hand houden bij de vragen
Heeft de verpleegkundige
gegevens verzameld
met een kwalitatieve methode?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz



In principe wel, gesprekken met paar vpk, twee keer observaties.

Nog een vraag stellen aan een paar studenten: is dit voldoende? De gegevens die verzameld zijn en de manier hoe dit gedaan is? Niet voldoende, want een paar verpleegkundigen uit een team van 30, en twee keer observeren, daar kan je geen uitspraken mee maken. 
Vind jij de resultaten
van dit onderzoek
geloofwaardig?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz


Waarom wel/ niet? Niet geloofwaardig, meer mensen interviewen, vaker observeren, misschien ook rapporten lezen of andere collega’s onderzoekers ook mee laten observeren. Gesprekken spontaan, dus niet voorbereid, geen topiclist erachter, observaties blijkbaar ook niet, want opgeschreven wat haar is opgevallen. Resultaten zijn alleen positief, de vraag is of daar ook iets minder positiefs uit is gebleken. GELOOFWAARDIGHEID
Vind je het onderzoek
transparant uitgevoerd?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz


Nee, er wordt weinig beschreven over hoe onderzoek is uitgevoerd, op basis waarvan geïnterviewden zijn gekozen, of anderen mee hebben gekeken, hoe gegevens zijn geanalyseerd. PLAUSIBILITEIT
Vind je de resultaten
controleerbaar?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz


dwz of ze werkelijk afgeleid zijn van de gegevens die zijn verzameld? 

Waarom wel/ niet? 

Nee, want er is geen framework gebruikt, geen member-checking, geen reflectie vanuit onderzoeker, de onderzoeker zelf kan veel invloed hebben gehad op de interpretatie van de resultaten. VERIFIEERBAARHEID
Zouden de resultaten ook
bruikbaar zijn in een
andere locatie van
dezelfde organisatie?
timer
0:30
A
Ja
B
nee

Slide 17 - Quiz


Mogelijk niet, onvoldoende beschrijving van de setting en de context. Er wordt niet beschreven hoe zij aan die twee gesprekken is gekomen en hoe zij die personen heeft gekozen. VERPLAATSBAARHEID
Zou jij de resultaten
van dit onderzoek
gebruiken voor je opdracht?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Waarom wel/ niet?  
Beoordelen kwalitatief onderzoek

  • Geloofwaardigheid (Validiteit)
  • Plausibiliteit (Betrouwbaarheid)
  • Verifieerbaarheid (Validiteit en betrouwbaarheid)
  • Verplaatsbaarheid (Bruikbaarheid en betrouwbaarheid)

Slide 19 - Slide

Probeer met de opdracht de brug te maken naar de termen geloofwaardigheid, verplaatsbaarheid, verifieerbaarheid en plausibiliteit. Deze termen worden gebruikt om uitspraken te maken over de methodologische kwaliteit van een kwalitatief onderzoek. 
Gezamenlijke opdracht
\1. Is dit een kwalitatief onderzoek? waarom?
2. Heeft de verpleegkundige gegevens verzameld met een kwalitatieve methode?
3. Is dit voldoende? Waarom wel/ niet?
4. Vind jij de resultaten van dit onderzoek geloofwaardig? Waarom wel/ niet? GELOOFWAARDIGHEID
5. Vind je het onderzoek transparant uitgevoerd? PLAUSIBILITEIT
6. Vind je de resultaten controleerbaar, d.w.z. of ze werkelijk afgeleid zijn van de gegevens die zijn verzameld? Waarom wel/ niet? VERIFIEERBAARHEID
7. Zouden de resultaten ook bruikbaar zijn in een andere locatie van dezelfde organisatie? VERPLAATSBAARHEID
8. Zou jij de resultaten van dit onderzoek gebruiken voor je opdracht? Waarom wel/ niet?

Slide 20 - Slide


Laten we nu een echt artikel samen doornemen.

PDF ook via chat delen (Person-centered dementia)

Slide 21 - Slide

1e pagina

Titel, publicatie, tijdschrift, auteurs, etc

Slide 22 - Slide

Pag 953

Doel van het onderzoek... onderzoek naar definitie, ervaringen etc, kwalitatief onderzoek

Slide 23 - Slide

De onderzoekers hebben gebruikt gemaakt van een model voor hun onderzoeksmethoden, voor de manier van data verzamelen en data analyseren.

Slide 24 - Slide

pag 953 en 954

Er wordt uitgebreid beschreven hoe data is verzameld

Slide 25 - Slide

Pag 954

Ze beschrijven hoe ze de deelnemers voor de interviews hebben geselecteerd

Slide 26 - Slide

Pag 954
en hoe de setting er eigenlijk uitziet.

Slide 27 - Slide

pag 955

Ze beschrijven ook hoe ze de data hebben geanalyseerd... en dat ze dit conceptueel, dus met behulp van het gekozen model hebben gedaan.
Tot zo ver... krijg je de indruk
dat dit onderzoeksartikel
reproduceerbaar is?
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Waarom wel of niet?
Evaluatie
Waaraan toets je de methodologische kwaliteit van een onderzoek?
Wat is reproduceerbaarheid?
Wat is verifieerbaarheid?
Wat is plausibiliteit?
Wat is verplaatsbaarheid?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is de nut geweest
van dit kennislab, voor jou?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions