Thema 2 B4 Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 2

 

Organen en cellen

B4

Cellen

Zorg dat je over één minuut klaar zit...

Wat gaan we doen?

• Herhaling B3
• Leerdoelen B4
• Uitleg  B4 Cellen, celorganellen, plastiden
• Zelfstandig aan de opdrachten werken + nakijken opdrachten
• Flitskaarten oefenen en Test Jezelf maken
• Lesafsluiter B4

Wat is de bouwsteen van een organisme?

Hoe noem je een groep cellen met dezelfde vorm en functie?

Waar zitten bij een blad de meeste huidmondjes? En waarom?

Hier is de boom het jongst

Hier is de boom het oudst

Aan deze kant groeide de boom het snelst

Aan deze kant groeide de boom het meest langzaam

Wanneer groeit een boom het snelst?

1. herfst
2. winter
3. lente
4. zomer

Leerdoel B4

2.4.7 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

2.4.8 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

https:

Dierlijke cellen

• Cytoplasma: bevat water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
• Celmembraan: scheid de inhoud van de cel van omgeving, bestaat uit vetten en eiwitten
• Zuurstof kan dwars door celmembraan, glucose bijvoorbeeld niet
• Celkern: regelcentrum van cel, bevat DNA
• Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Plantaardige cel

• Cytoplasma, celmembraan en celkern
• Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen), zorgt voor opslag en stevigheid cel
• Celwand: stevig laagje om cel heen, geen deel van de cel maar is tussencelstof
• Plastiden: bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels

Plastiden

• Korrels met een speciale functie

• Alleen in plantaardige cellen

• Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen

Plastiden

Bladgroenkorrels:

• In groene delen van een plant

• functie: fotosynthese

Kleurstofkorrels:

• In bloemen en vruchten (rood, oranje, geel)
  
• functie : kleur geven

Zetmeelkorrels:

• kleurloze korrels (in aardappels)
  
• functie: opslag zetmeel

Andere celorganellen (alleen vwo)

• Celorganel: deel van een cel met eigen functie
• Elektronenmicroscoop nodig
• Mitochondriën: maken uit suikers energie voor cellen
• Ribosomen: maken eiwitten in de cellen

Huiswerk B4

• Maak nu eerst opdracht 1 t/m 5 op je Ipad of in je boek
• Kijk de opdrachten 1 t/m 5 na en verbeter de fouten of vul aan!
• Maak daarna de opdrachten 6 t/m 8 (+9)
• Kijk ook deze opdrachten goed na!

• Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B4

Klaar? Neem de Samenhang (blz. 115) door en maak opdracht 10

Lesafsluiter B4

2.4.7 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

2.4.8 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

Noem eens een voorbeeld waarbij de ene plastide overgaat in een andere?

https: