Week 39

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vertaal datgene tussen haakjes.
(Mijn) petit frère
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 3 - Quiz

Vertaal datgene tussen haakjes.
(Jullie) maison
A
votre
B
vos

Slide 4 - Quiz

Vertaal datgene tussen haakjes.
(Haar) amie
A
Son
B
Sa
C
Ses

Slide 5 - Quiz

Vertaal datgene tussen haakjes.
(hun) devoirs

Slide 6 - Open question

Vertaal datgene tussen haakjes.
(jouw) grand-père

Slide 7 - Open question

Vertaal datgene tussen haakjes.
(onze) mère

Slide 8 - Open question

Qu'est-ce qu'on va faire?
* Corriger les devoirs: ex. 13c, 14ab et 17
* Bloc G: expliquer les verbes
* Au travail: ex. 26
* Apprendre pour l'interrogation ou 
faire un texte pour la présentation
* Kahoot!

Slide 9 - Slide

Check online methode!
Ga naar Magister - leermiddelen - bronnen -
klik fa aan!

Doe dit via Google Chrome.

Slide 10 - Slide

Corriger les devoirs
* Corriges ex. 13c et 14ab
(Let goed op waarom je iets fout doet, snap je het daarna?)
* Temps: 5 minutes
* Après on va corriger ex. 17 ensemble!
(uitschrijven zinnen)

Slide 11 - Slide

Ex. 17 (p.17 WB)
1. Tu peux te présenter?
2. Tu habites où?
3. Tu vais sur quelle école?
4. Tu habites loin de l'école?
5. Ton anniversaire, c'est quand?
6. Tu as des frères et soeurs?
7. Ils sont comment?
8. Tu as aussi un animal domestique?
9. Tu fais du sport? 

Slide 12 - Slide

Ex. 17 vervolg
1. Je m'appelle ... et j'ai ... ans.
2. J'habite à ...
3. Je suis en Isala.
4. J'habite près d'école. / J'habite loin d'école. / J'habite ... kilomètres d'école.
5. Mon anniversaire, c'est le ... ......
6. Oui, j'ai ... / Non, je n'ai pas de frères et soeurs.
7. Ils sont ... et ... / Il est ... / Elle est ...
8. J'ai un/une ... OF Non, je n'ai pas d'animal domestique.
9. Je fais .... / Non, je ne fais pas de sport.

Slide 13 - Slide

Bloc G (p.13 TB)
* Werkwoorden die je moet kennen:
Partir = vertrekken
Dormir = slapen
Sortir = uitgaan
Servir = dienen
Sentir = voelen/ruiken
* Tijden die je moet kennen:
Présent, passé composé en imparfait (let op: NIET de futur simple)

Slide 14 - Slide

Vervolg bloc G
  • Het zijn onregelmatige werkwoorden, leer ze dus goed uit je hoofd!

  • Présent: partir staat in het boek, dormir doen we samen. Daarna per groep 1 werkwoord uitwerken in de présent.
  • Passé composé: welk hulpwerkwoord heb je nodig?
  • Imparfait: partir staat in het boek, dormir doen we samen. Daarna per groep 1 werkwoord uitwerken in de présent. 
  • Futur simple hoeft niet :) 

Slide 15 - Slide

Au travail!
* Faites ex. 26cde. Prêt? Corrigez!
* Après: temps pour apprendre ABCDG ou faire le texte pour la présentation.
* Temps: 35 minutes
* Vous pouvez écouter de la musique.
* Après: présentation de professeur Steggink. 

Slide 16 - Slide

La présentation
p.steggink@almendecollege.nl
of stuur een berichtje via Magister!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide