Les 15 : Besturingen

LES 15: Besturingen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ProcesbeheersingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LES 15: Besturingen

Slide 1 - Slide

Reeds ingeleverd:
Praktijkcheck 7.1
Praktijkcheck 7.2
Praktijkcheck 7.3
Praktijkopdracht 7.1
Komende weken:
28-11 Praktijkopdracht 7.2
06-12 Praktijkopdracht 7.3
7-12 Datum praktijktoets doorgeven OLC docent

13-12 tm 20-12 Toets maken OLC

Slide 2 - Slide

Stuurkring
Ingangsdeel (signaalgever).
Verwerkingsdeel (besturing).
Uitgangsdeel (uitvoerorgaan).

Je kunt machines op verschillende manieren aansturen, bijvoorbeeld elektrisch, elektronisch of pneumatisch. De stuurkring geldt voor al deze soorten van sturing. De energiesoort bepaalt welke componenten je nodig hebt voor de besturing.



Slide 3 - Slide

Human Machine Interface (HMI): het elektronisch procesbesturingssysteem werkt in veel gevallen samen met een procescomputer. De procescomputer is de link tussen de machine, de besturing en de mens. Met de procescomputer kun je verschillende processtappen visualiseren en kun je ook procesparameters instellen.

Slide 4 - Slide

Werking van een besturing
Verschil regelkring en stuurkring
Bij een regelkring wordt een gemeten waarde vergeleken met de ingestelde gewenste waarde.
Bij een besturing kan de klep alleen open (1) of dicht (0). Tussenposities zijn niet mogelijk.

Binnen de besturingstechniek kennen we de volgende logische functies:
JA-functie
NIET-functie
OF-functie
EN-functie
Procesbeheersing tabel 16

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is de uitkomst van onderstaande figuur?
A
1
B
0

Slide 10 - Quiz

Communicatie
de zender en ontvanger wisselen informatie uit. Als dit digitale informatie is, noem je het ook wel datacommunicatie. Deze informatie is vaak gecodeerd met ‘nullen’ en ‘enen’. Dit worden ook wel ‘bits’ genoemd.

Als er veel apparaten binnen het proces met elkaar moeten communiceren, dan wordt het aantal directe verbindingen erg groot. 

Vaak wordt er dan een netwerk aangelegd.



Slide 11 - Slide

Netwerken
Je hebt de volgende netwerken:
  • point-to-point
  • maasnetwerk
  • sternetwerk
  • ringnetwerk
  • busnetwerk
  • boomnetwerk

Slide 12 - Slide