Een kaars is gemaakt van kaarsvet, dat is een brandstof. Als de kaars brandt, verdwijnt het kaarsvet. Bij de verbranding komt energie vrij in de vorm van licht en warmte.
Voor de verbranding is zuurstof nodig en komt water en koolstofdioxide (kooldioxide of koolzuurgas) vrij.
Beide zijn gassen zitten in de lucht, je kunt ze niet zien of ruiken.