De kostenfunctie van een onderneming is TK = 0,5 q^2 + 10q + 100. De verkoopprijs van het product van de onderneming is € 50.
Wat is de juiste MK-functie? (Marginale Kosten)
A
MK = q + 10q
B
MK = 0,5q + 10
C
MK = q + 10
D
MK = q^2 + 10q
Slide 31 - Quiz
Welke stelling klopt niet?
A
Bij een marktprijs van €500 moet deze onderneming 40 stuks produceren om het beste resultaat te halen
B
Bij een marktprijs van €350 moet deze onderneming 35 stuks produceren om het beste resultaat te halen
C
Bij een marktprijs van €250 moet deze onderneming 32 stuks produceren om het beste resultaat te halen
D
Bij een marktprijs van €150 moet deze onderneming 27 stuks produceren om het beste resultaat te halen
Slide 32 - Quiz
Tot volgende week!
Slide 33 - Slide
monopolie
prijsafzetfunctie van monopolist GO
MO = 0
MO=MK
Prijselastisch of prijsinelastisch
prijsdiscriminatie
Slide 34 - Slide
Als de prijs stijgt kan de omzet stijgen. Dit is alleen als de vraag inelastisch is. Bijv. p stijgt met 2% en de afzet zal dalen met 1%
Als de prijs stijgt en de omzet zal dalen komt dit doordat de vraag elastisch is. Bijv. p sijgt met 2 % en de afzet zal met 3% dalen
(zie vraag 27 en 28)
Omzet zal maximaal zijn als de MO=0
Slide 35 - Slide
vraag 26: p=-1/4q + 80 TO=pxQ MO=-1/2q+80
TO'=MO
MO=0
Bij een q van 160 zal de omzet maximaal zijn.
Slide 36 - Slide
Als de variabele kosten propotioneel zijn loopt de MK horizontaal.
Slide 37 - Slide
prijsdiscriminatie
Prijsdiscriminatie is het vragen van verschillende prijzen voor gelijke producten aan verschillende afnemersgroepen (deelmarkten). Bijvoorbeeld reizen met openbaar vervoer. Reguliere reizigers, studenten en 65+
Slide 38 - Slide
Een aanbieder op een markt van volkomen concurrentie zal kiezen voor een prijs die gelijk is aan de MK. De markt zal de prijs voor hem bepalen in verband met de grote concurrentie is hij niet in staat om zelf de prijs te bepalen.
CS en PS bij een markt van volkomen concurrentie
Slide 39 - Slide
De monopolist is een prijszetter en kiest een prijs die hoger ligt dan P=MK Dit heeft ook invloed op het CS.
De monopolist heeft meer marktmacht en dit gaat ten koste van de welvaart
Slide 40 - Slide
Denk bij deze grafieken weer aan de mate van elasticiteit. Wat als de prijs gaat stijgen, hoe reageren de vragers hierop? Vragen ze veel minder of valt de afzetdaling wel mee? Hoeveel marktmacht heeft de aanbieder op de markt?
Slide 41 - Slide
Dus.......
Volkomen markt en onvolkomen markt
Wat valt op?
Hoe komt dit?
Bij een volkomen markt is de P=MO=GO
Bij een onvolkomen markt is de P=GO
Op een volkomen markt heeft de aanbieder geen macht en is dus een hoeveelheidsaanpasser. De totale markt zal de prijs bepalen. De aanbieders op een onvolkomen markt hebben meer marktmacht.
Slide 42 - Slide
even een tekening maken
Maak voor jezelf eens een grafiek voor een marktvorm van volkomen concurrentie en een marktvorm van onvolkomen concurrentie. Teken daarin de GO, P, MO, MK, GTK