Monnik; man die in het klooster woont en leeft in dienst van god
Geestelijken; iemand in dienst van de kerk
Hofstelsel; een rijke heer die bescherming geeft aan de boeren in de buurt
Leenman; man die een stuk land bestuurde voor zijn leenheer
Leenheer; man(Koning) die een deel van zijn gebied door iemand anders liet besturen
Leenstelsel; Manier van besturen waarbij de koning het dagelijks bestuur overliet aan leenmannen
Horigen; Boer die bij een leenman en het gebied hoorde. Hij was een soort slaaf.
Herendiensten; Klusjes die een horige voor zijn leenheer moest doen.
Standen; De drie groepen van de samenleving in de vroege Middeleeuwen.