This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Economisch Rekenen
Slide 1 - Slide
Wat is het?
Economisch Rekenen . . .
Tijdens het lesuur Economisch Rekenen gaan we met zijn allen
oefenen met het maken van "Economische rekenopgaven". De opgaven maak je alleen, je mag je buurman of vrouw wel om hulp vragen. Bij Economie schrijven we ook altijd de berekening op!
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier: 234250
Slide 5 - Open question
In een café worden 321 glazen frisdrank voor € 2,15 verkocht, 234 glazen bier voor € 2,50 en 66 glazen wijn voor € 3,25. Wat is het totaalbedrag dat het café ontvangt? (schrijf het bedrag geld bedrag goed op!!!!)
Slide 6 - Open question
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier: 7.95
Slide 7 - Open question
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier: 13 euro
Slide 8 - Open question
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier: 1,5 euro
Slide 9 - Open question
Mevrouw Seval geeft in de eerste week van september € 83,95 uit aan boodschappen. In de volgende weken geeft ze € 91,38, € 82,43, en € 103,16 uit. Hoeveel geeft ze gemiddeld per week uit?
Slide 10 - Open question
Je hebt je toetscijfers opgeschreven. Reken voor het vak Nederlands het gemiddelde uit, afgerond op één decimaal. Nederlands: 6,5 - 7 - 8,5 - 7,5 - 6 - 8,3
Slide 11 - Open question
Op een jas van € 89,00 krijg je 35% korting. Hoeveel korting is dat?
Slide 12 - Open question
In een maand heb je € 27,50 aan inkomsten. Daarvan heb je 60% als zakgeld gekregen en heb je 25% verdiend met karweitjes. Bereken het bedrag van je zakgeld.
Slide 13 - Open question
Je koopt een spijkerbroek. Die kostte eerst € 49,-. Nu krijg je 15% korting. Hoeveel betaal je nu voor de broek?