Het onregelm. ww "Partir" (kijk naar 8A, blz. 16))
partir vertrekken il est parti
je pars ik vertrek hij is vertrokken
tu pars jij vertrekt
il part hij vertrekt - let op de werkwoorden "partir"
elle part zij vertrekt en "sortir" hebben "être"
on part wij vertrekken/men vertrekt als hulpwerkwoord in de
nous partons wij vertrekken voltooide tijd.
vous partez jullie vertrekken/u vertrekt
ils partent zij vertrekken (m)
elles partent zij vertrekken (v)