2024- H4 duurzaamheid oefenen toetsweek

2024- H4 duurzaamheid oefenen toetsweek
Wat gaan we doen vandaag:
meerdere vragen beantwoorden & bespreken
waarom? oefenen voor de toetsweek, leren beargumenten met theorie.

toets --> heeft relatief veel open vragen. Deze tellen bijna altijd voor 2 punten. Vaak blijven er punten liggen door een half antwoord.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2024- H4 duurzaamheid oefenen toetsweek
Wat gaan we doen vandaag:
meerdere vragen beantwoorden & bespreken
waarom? oefenen voor de toetsweek, leren beargumenten met theorie.

toets --> heeft relatief veel open vragen. Deze tellen bijna altijd voor 2 punten. Vaak blijven er punten liggen door een half antwoord.

Slide 1 - Slide

we starten met 10 meerkeuze vragen

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van een fossiele brandstof?
A
Windenergie
B
Zonne-energie
C
Aardgas
D
Waterkracht

Slide 3 - Quiz

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde temperatuur op aarde.
B
De totale oppervlakte die nodig is voor consumptie.
C
Het aantal bomen in een bos.
D
De hoeveelheid plastic in de oceaan.

Slide 4 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'overshoot day' in relatie tot de ecologische voetafdruk?
A
De dag waarop de luchtvervuiling het hoogst is.
B
De dag waarop er een tekort aan elektriciteit is.
C
De dag waarop de mensheid meer natuurlijke hulpbronnen verbruikt dan de aarde kan herstellen.
D
De dag waarop er een wereldwijde voedseloverschot is.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welke van de volgende activiteiten heeft de grootste impact op de watervoetafdruk?
A
Douchen
B
Tuin besproeien
C
Vlees eten
D
Autorijden

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de term 'wieg tot wieg'/cradle-to-cradle?
A
Producten worden verbrand na gebruik.
B
Producten worden weggegooid na gebruik.
C
Producten worden ontworpen voor hergebruik en recycling.
D
Producten worden alleen gerecycled.

Slide 8 - Quiz

Hoe draagt cradle to cradle bij aan duurzaamheid?
A
Het verbruikt meer natuurlijke hulpbronnen.
B
Het leidt tot meer afvalproductie.
C
Het minimaliseert afval en bevordert hergebruik van materialen.
D
Het vergroot de milieuvervuiling.

Slide 9 - Quiz

Waar vindt de eerste stap in de productieketen van kleding plaats?
A
Fabriek
B
Winkel
C
Katoenboerderij
D
Magazijn

Slide 10 - Quiz

Wat is een mogelijke negatieve impact van de kledingproductie op het milieu?
A
Bodemverbetering
B
Luchtverfrissing
C
Zonne-energie
D
Watervervuiling

Slide 11 - Quiz

Wat is een belangrijk doel van de energietransitie?
A
Het bevorderen van het gebruik van steenkool
B
Het stimuleren van olieboringen
C
Het verhogen van de CO2-uitstoot
D
Het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen

Slide 12 - Quiz

Welke vorm van energie wordt gestimuleerd in de energietransitie?
A
Energie opgewekt uit biomassa
B
Fossiele brandstoffen zoals aardgas
C
Duurzame energie zoals zonne- en windenergie
D
Kernenergie

Slide 13 - Quiz

Je kunt het hele jaar sperziebonen uit Kenia eten. Wat heeft dat voor gevolgen voor je ecologische voetafdruk en je watervoetafdruk?

Slide 14 - Open question

Palmolie wordt in heel veel producten gebruikt. Helaas zie je in de landen waar het verbouwd wordt de negatieve gevolgen van de hoge vraag naar palmolie. Benoem een voorbeeld van een negatief gevolg door deze monocultuur.

Slide 15 - Open question

Wat is een kenmerk van biologische landbouw?
A
Overmatig gebruik van kunstmest
B
Gebruik van synthetische pesticiden
C
Genetische modificatie toepassen
D
Gebruik van natuurlijke meststoffen

Slide 16 - Quiz

Wat is een doel van biologische landbouw?
A
Behoud van biodiversiteit bevorderen
B
Verlengen van houdbaarheid van gewassen
C
Maximaliseren van opbrengst per hectare
D
Minimaliseren van arbeidskosten

Slide 17 - Quiz

welk woord weg: uit het rijtje van 3 streep je 1 woord weg.
Leg uit waarom!
energieneutraal-fossiele brandstoffen-zonnepanelen

Slide 18 - Open question

bedankt allemaal :)
tijd om alles af te ronden, vragen te stellen, samenvattingen te checken! 

Slide 19 - Slide