Scheidbare werkwoorden A2/B1

• Nederlands
• ISK

Scheidbare werkwoorden A2/B1

Scheidbare werkwoorden hebben twee woorden: 

een werkwoord en een ander woordje

In een zin splitsen deze werkwoorden vaak op:

Opstaan: “Ik sta op om 7 uur.”

Meenemen: “Hij neemt zijn boek mee.”

Afwassen: “Zij wast de borden af.”

Tegenwoordige Tijd

Voorzetsel staat achteraan in de zin:

Opbellen:

Ik bel mijn moeder op.

Terugkomen:

We komen om 6 uur terug.

Voltooide Tijd

ge staat in het midden van het woord.

Opbellen:

Ik heb mijn moeder opgebeld.

Terugkomen:

We zijn om 6 uur teruggekomen.

Zij nodigt haar vriendinnen ... .

Hij ruimt zijn spullen ... .

Mijn zus pakt haar tas ... .

...

...

...

in

op

uit

Maak van deze zinnen een zin in de voltooide tijd:

1. Lever je huiswerk op vrijdag in. (inleveren)
2. De docent legt de grammatica uit. (uitleggen)
3. Die rode jas valt echt op. (opvallen)

Maak met deze werkwoorden zinnen in de tegenwoordige tijd:
1. uitkijken
2. ophouden
3. ophalen

Maak met deze werkwoorden zinnen in de voltooide tijd:

1. aandoen
2. opzoeken
3. afzeggen

Herhaling!!!

Scheidbare werkwoorden

Werkwoorden die in tweeën worden gesplitst!

 

aankomen (aan + komen)

opstaan (op + staan)

weggaan (weg + gaan)

terugkomen (terug + komen)

A1: Kies het juiste voorzetsel om het scheidbare werkwoord te maken.

Ik kom om 18:00 uur ... . (aankomen)
Hij staat vroeg ... (opstaan)
Zij gaat ... . (weggaan)
Wij komen morgen ... (terugkomen)

A1: Maak zinnen in de tegenwoordige tijd. Het voorzetsel komt aan het eind!
Voorbeeld: aankomen → Ik kom morgen aan.

opstaan →
weggaan →
terugkomen →

A2: Welk deel van het werkwoord komt aan het eind van de zin?

Mijn zus (uitnodigen) mij voor haar feest.

1. uit
2. nodigen
3. nod

A2: Welk deel van het werkwoord komt aan het eind van de zin?

De student (opschrijven) de nieuwe woorden

1. schrijven
2. op
3. schrijf

A2: Schrijf zinnen met deze werkwoorden in de tegenwoordige tijd en in de voltooide tijd.
Voorbeeld: aankomen → Ik kwam gisteren om 9 uur aan. + Ik ben gister om 9 uur aangekomen.

uitnodigen →
opschrijven →
meenemen →