Spaans Con Gusto 1 -6

1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

0. Huiswerk
1. Bestudeer de LessonUp's tot nu toe
2. Leer de regelmatige werkwoorden '-ing' vorm (gerundio)
3. Maak de woordenlijst compleet (Teams Opdrachten) 
4. Leer de familieleden
5.  Leer de bezittelijke voornaamwoorden


Slide 2 - Slide

1. Agenda de hoy
1.  Huiswerk bespreken
2. Familieleden 
3. Bezittelijke voornaamwoorden 
4. Gerundio (-ing vorm) regelmatige werkwoorden
5. Voorproefje 'Bailando'

Slide 3 - Slide

1. Huiswerk bespreking
- Teams Opdrachten. Ingeleverd? Vragen?
- Socrative (link in de volgende slide)



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

2. Mi familia 
opa oma vader moeder
man(2x)  vrouw (2x) zoon dochter broer zus 'vriend/in'  
oom tante neef(2x) nicht(2x) 
kind kleinkind

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Wie zegt dit?
"Mi hijo se llama como mi marido"
A
La abuela
B
La hermana
C
La madre
D
El hermano

Slide 11 - Quiz

Wie zegt dit?
"Mi nieto tiene un nombre holandés"
A
El padre
B
El primo
C
El tío
D
El abuelo

Slide 12 - Quiz

Wie zegt dit:
"Nuestra madre tiene un nombre italiano"
A
Los padres
B
Los hijos
C
Los abuelos
D
Los primos

Slide 13 - Quiz

Wie zegt dit?
"Nuestro sobrino es director de cine como su padre"
A
Los abuelos
B
Los tíos
C
Los primos
D
Los padres

Slide 14 - Quiz

Wie zegt dit?
"Mis dos hermanos son actores"
A
La hermana
B
La prima
C
La madre
D
La abuela

Slide 15 - Quiz

                       Luisteroefening getallen

Pagina 32 van het tekstboek
Oefening 8

Welke woorden kennen we al?


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Bezittelijke voornaamwoorden
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Ons
Jullie
Hun

Slide 19 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
Mijn               mi    libro                     mis libros    
Jouw             tu    colegio               tus hermanos 
Zijn/haar     su    amiga                 sus padres
Ons               nuestro/a hijo           nuestras hijas / nuestros hijos
Jullie            vuestro/a casa          vuestros primos /vuestras primas
Hun              su carrera                    sus vacaciones

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

2. Regelmatige werkwoorden 'gerundio'

In het Engels de 'ing-vorm'
'aan het .... zijn'
'....end'

Slide 24 - Slide

Gerundio  ww -ar
-AR  -> stam + ando
hablar -> habl + ando -> hablando
besar -> bes + ando -> besando
amar -> am + ando -> amando

Estar + stam + ando
'estoy bailando'  'estás cantando' 'está besando'

Slide 25 - Slide

Gerundio  ww -er en -ir
-ER  + - IR -> stam + iendo
comer -> com + iendo -> comiendo
vivir -> viv + iendo  -> viviendo
escribir -> escrib + iendo -> escribiendo 

estar + stam + iendo
'estoy escribiendo'  'está vivivendo'  'estamos comiendo' 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video