This lesson contains 89 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
De Oudere
Slide 1 - Slide
Oudere
Slide 2 - Mind map
Op welke leeftijd start volgens jou de ouderdom?
Slide 3 - Open question
Wat is de gemiddelde levensverwachting in België
A
78,5 jaar
B
80,8 jaar
C
83,1 jaar
D
85,9 jaar
Slide 4 - Quiz
Wat is de gemiddelde levensverwachting van mannen in België
A
78,5 jaar
B
80,8 jaar
C
83,1 jaar
D
85,9 jaar
Slide 5 - Quiz
Wat is de gemiddelde levensverwachting van vrouwen in België
A
78,5 jaar
B
80,8 jaar
C
83,1 jaar
D
85,9 jaar
Slide 6 - Quiz
Genuanceerde kijk op ouderdom
Veel vooroordelen rond ouderen:
- ouderen zijn eenzaam
- ouderen hebben niet veel te doen
- ouderen klagen veel
- ouderen hebben veel geld
- ...
Slide 7 - Slide
Negatieve kijk op ouderdom=
= het deficitmodel
men kijkt vooral op een negatieve manier naar ouderen en naar wat ze vooral niet meer kunnen
Slide 8 - Slide
Achteruitgang op:
- fysiek gebied
- cognitief gebied
- sociaal-emotioneel gebied
Door de vooroordelen die de maatschappij heeft over ouderen spreken we over leeftijdsdicriminatie.
Slide 9 - Slide
Gerontologie
Deficietmodel
Multifactorieel model
Wetenschap over ouderen
Zowel kijken naar het psychische, fysieke en emotionele
Vertrekken vanuit de dingen die niet goed meer lukken
Slide 10 - Drag question
Opdracht
Maak de opdracht op pagina 5:
lees de casus van Jef
beschrijf de kenmerken leeftijdsdiscriminatie bij Jef per 2
we overlopen de kenmerken klassikaal
Slide 11 - Slide
Welke kenmerken van leeftijdiscriminatie ken je nog?
Slide 12 - Slide
Nuance op ouderdom:
we dienen ouder worden te zien als: multifactorieel gebeuren
-> = rekening houden met fysieke, cognitieve en sociaal- emotionele factoren
Slide 13 - Slide
Klaar om alvast 1 vooroordeel rond ouderen te schrappen?
Slide 14 - Slide
De multifactoriële visie:
elk mens/individu ontwikkelt zich op zijn eigen unieke manier.
weten welke factoren het verouderingsproces beïnvloeden en de ontwikkeling kunnen optimaliseren
= Continue proces van fysieke ontwikkeling, psychologische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling
Slide 15 - Slide
Opdracht 2
Lees de casus van Simonne op pagina 6
Pas de multifactoriële visie toe en noteer deze onder de casus
Slide 16 - Slide
Action!
iedereen komt naar voor
kies bij elke stelling waar of niet waar
de stelling is waar = links
de stelling is niet waar = rechts
Slide 17 - Slide
Subperiodes in de ouderenfase:
Vroege ouderdom (65 tot 74 jaar)
Midden ouderdom (75 tot 84 jaar)
Hoge ouderdom (vanaf 85 jaar)
Deze indeling is erg veralgemeend. Er zijn op het gebied van leeftijd grote individuele verschillen in het functionele (=wat men kan) en psychologische (=hoe men zich voelt). We kunnen belangrijke evoluties onderscheiden.
Slide 18 - Slide
Andrea voelt zich lichamelijk nog jong. Ze gaat elke week naar de gym. Ze is 77 jaar:
A
vroege ouderdomsfase
B
midden ouderdomsfase
C
hoge ouderdomsfase
Slide 19 - Quiz
Robert werkt graag in de tuin. Helaas werd hij vorige maand geopereerd aan zijn heup. Hij dient het voorzichtig aan te doen. Robert is 71 jaar:
A
vroege ouderdomsfase
B
midden ouderdomsfase
C
hoge ouderdomsfase
Slide 20 - Quiz
Julia helpt nog steeds mee in de cafetaria van het woonzorgcentrum als vrijwilliger. Ze is 86 jaar:
A
vroege ouderdomsfase
B
midden ouderdomsfase
C
hoge ouderdomsfase
Slide 21 - Quiz
Ga op zoek naar een uiterlijk kenmerk van de ouderdomsfase:
vaak veroozaakt door een verhoogde druk in het oog
behandeling: medicatie, lasering, microchirurgie
Slide 51 - Slide
Horen:
Het gehoor neemt af door wijzigingen in de structuur van het oor
Geluiden worden steeds moeilijker opgevangen
Het evenwichtsgevoel kan verminderen
Mogelijke hulpmiddelen: gehoorapparaat
Slide 52 - Slide
Smaak en reuk:
nemen geleidelijk af
minder smaakpapillen in de tong
verschrompeling van het gebied in de hersenen die verantwoordelijk is geursensaties
gevolg: minder eten
Slide 53 - Slide
Herhalingsquiz
Slide 54 - Slide
Cognitieve ontwikkeling ouderen
Slide 55 - Slide
Cognitieve ontwikkeling (pag. 13)
Denkontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling ontwikkeling van de wil seksuele ontwikkeling
Slide 56 - Slide
1. Denkontwikkeling
Het lange termijngeheugen: informatie uit vorige levensfases wordt beter onthouden.
Het korte termijngeheugen gaat het eerst achteruit (zaken die net gebeurd zijn), ontstaan van inprentingsstoornissen, moeilijkheden om nieuwe indrukken vast te houden of vergeetachtigheid
Slide 57 - Slide
Verklaringen voor veranderingen in het geheugen (pag. 14):
Omgevingsfactoren: medicijnen, minder gebruiken van geheugen, emotionele situaties
Fouten in informatieverwerking:minder makkelijk irrelevante informatie negeren en minder sterke concentratie op nieuwe informatie
Biologische factoren:beroerte, hersentumor, afsterven van zenuwcellen in de hersenen, dementie
Slide 58 - Slide
Slide 59 - Video
Stimulatie, motivatie en ervaring spelen een grote rol!
Blijven cognitief actief trainen is aangewezen!
Slide 60 - Slide
Geef een concreet voorbeeld hoe je het geheugen van ouderen kan trainen.
Slide 61 - Open question
Persoonlijkheidsontwikkeling van de oudere
Slide 62 - Slide
Persoonlijkheidsontwikkeling (pag. 15)
Ontwikkeling van de wil: opflakkering van egocentrisme uit de kindertijd kunnen zich moeilijker inleven in de ander kunnen zich moeilijk neerleggen bij hun nieuwe fysieke, cognitieve, sociaal-emotionele situatie
Slide 63 - Slide
Persoonlijkheidsontwikkeling (pag. 16)
2. Seksuele ontwikkeling:
70% van de ouderen heeft een actief seksleven intimiteit, tederheid en bij elkaar zijn staan op de voorgrond
fatsoennorm= seksueel actieve ouderen passen niet in maatschappijbeeld: = taboe
Slide 64 - Slide
Slide 65 - Video
Slide 66 - Video
Bestudeert de seksuele ontwikkeling
A
Piaget
B
Freud
C
Erikson
Slide 67 - Quiz
Bestudeert de cognitieve ontwikkeling
A
Piaget
B
Freud
C
Erikson
Slide 68 - Quiz
Bestudeert de identiteitsontwikkeling
A
Piaget
B
Freud
C
Erikson
Slide 69 - Quiz
Sociaal-emotionele ontwikkeling van de oudere
Slide 70 - Slide
Sociale ontwikkeling van de oudere (pag. 17 tot 19):
Erik Erikson
Pensioen
Eenzaamheid
Zorg voor de ouder wordende partner
Slide 71 - Slide
1. Erikson (pag. 17)
Erikson beschrijft het belang van vrede te nemen met de voorbije ontwikkelingsfasen
Het conflict in deze levensloopfase: integriteit versus wanhoop
Ouderen zouden tevreden moeten kunnen terugkijken op het leven en er vrede mee nemen. Als dit niet lukt, heeft men het gevoel bepaalde doelen niet bereikt te hebben. Dit kan tot frustratie leiden, ongelukkig zijn of boos/eenzaam.
Slide 72 - Slide
Slide 73 - Video
2. Pensioen (pag. 17)
Beroepsleven wordt afgesloten; start nieuw leven
Is voor de ene oudere een winsituatie en voor de andere oudere een verliessituatie
Hoe iemand reageert is afhankelijk van de redenen voor deze nieuwe fase
De relatie tussen partners moet opnieuw ingevuld worden
Slide 74 - Slide
3. Eenzaamheid (pag. 18)
Kan ontstaan door verschillende factoren
2 vormen van eenzaamheid: - emotionele eenzaamheid - sociale eenzaamheid
Ook de zelfbepaling speelt een rol (vb. vrijwilligerswerk, seniorenvereniging, ...)
We moeten waakzaam zijn dat ze zich niet gaan isoleren
Slide 75 - Slide
Groepsopdracht
We maken groepjes van 3 leerlingen
Zoek op de website van je gemeente naar 2 activiteiten/initiatieven voor ouderen
Zoek 3 diensten die de gemeente aanbiedt ter ondersteuning van ouderen.
Vul het document in (Google Classroom)
Slide 76 - Slide
Slide 77 - Video
4. Zorg voor ouder wordende partner (pag. 19)
Partner heeft intensieve zorg nodig (kan voor frustraties zorgen); kan een zware opgave zijn
Positief: laatste kans om hun lierfde en genegenheid te tonen
Ouder-kindrol: wanneer beide ouderen hulpbehoevend worden; omgekeerd ouderschap. Kinderen gaan voor hun ouders zorgen
Slide 78 - Slide
Poll: Zou jij je hulpbehoevende ouders later in huis nemen? En waarom?
Slide 79 - Poll
Herhalingsoefening
Maak de herhalingsoefening in Smartschool over de cognitieve & sociale ontwikkeling.
Slide 80 - Slide
Emotionele ontwikkeling van de oudere (pag. 19 tot 22)
Omgaan met verlies
Afhankelijkheid
Gelukkig ouder worden
Slide 81 - Slide
1. Omgaan met verlies (pag. 19)
Ouderen worden vaak geconfronteerd met één of andere vorm van verlies (verschillende oorzaken): achteruitgaan van eigen mogelijkheden invloedsverlies (pensionering) verlies van materiële dingen verlies van mensen verwerken van verlieservaringen van vroeger
1. Omgaan met verlies (pag. 19)
Slide 82 - Slide
2. Afhankelijkheid (pag. 20)
Er is een onderscheid tussen:
afhankelijk zijn
afhankelijk gedrag
Afhankelijk zijn: iemand is aangewezen op hulp van anderen
Afhankelijk gedrag: iemand kan zonder hulp, maar vraagt voortdurend hulp van anderen
Slide 83 - Slide
Afhankelijk zijn
Iemand is in meer of mindere mate afhankelijk van een ander
Verhoogd risico op isolement!
Slide 84 - Slide
Afhankelijk gedrag
Het stellen van afhankelijk gedrag verschilt van afhankelijkheid
Het gaat meestal om een combinaties van reacties
De omgeving speelt ook een rol: men mag het gedrag niet in de hand werken en dient gepast te reageren
Zelfzorg bij de oudere stimuleren!
Keuzevrijheid bieden aan de oudere
Slide 85 - Slide
Niet overnemen (zelfbeeld oudere)
Behandel de oudere als een volwassen persoon
Ken je grenzen en maak ze duidelijk aan de oudere: communiceer hierbij duidelijk!
Leg vooral contact op positieve momenten
Slide 86 - Slide
3. Gelukkig ouder worden (pag. 21)
Continuïteitstheorie: ouderen willen gelukkig worden en een bepaald niveau behouden van betrokkenheid in onze maatschappij.
Positieve kijk op het ouderdom (tijd voor nieuwe hobby's, kleinkinderen, ...)
Slide 87 - Slide
Bezoek WZC
Om dit thema af te sluiten gaan we WZC Ten Boomgaarde bezoeken op 24 januari 2023.