1. Wat is politiek? 2. Op wie ga jij stemmen?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Binnenkomst

Neem rustig plaats op je vaste plek

Telefoon in de telefoonbak

Ipad op de hoek van de tafel

Schrift, pen, lesboek en werkboek op tafel

Wat gaan we doen?

1. Toetsdatum bekend maken
2. Leerdoelen bepalen
3. Begrippen politiek en rechts/links introduceren.
4. (Digitale) Opdrachten maken
5. Debatteren
6. Oefening in beantwoorden van toetsvragen.
7. Opdrachten maken

Toetsdatum

10 december 2019

Repetitie Politiek Les 1 - 6

(SE2-MA)

Wat ga je leren?

• Je kan uitleggen:
• wat politiek betekent?
• wat directe en indirecte democratie betekent, met twee voorbeelden?
• wat de termen links en rechts in de politiek betekenen?
• wat actief en passief kiesrecht is?

Wat is politiek?

Hoofdstuk Politiek, les 1

Inleidende opdrachten

Verwerk in je schrift de volgende opdrachten:

1. Maak een woordweb.

Zet in het midden ‘politiek’ en schrijf op welke andere woorden jij met politiek associeert.

2. Ken je politici?

Schrijf 5 namen op van politici die jij kent

Waar staat de partij voor?

Wat is politiek?

Het maken van keuzes en het nemen van besluiten zodat een land/provincie/gemeente kan worden bestuurd.

Algemeen belang

Veiligheid op straat

Aanleg en onderhoud van wegen en dijken

???

Wat is het verschil?

Indirecte ------Democratie ------- Directe

Voorbeeld  -----------------------Voorbeeld

Op wie ga jij stemmen?

Hoofdstuk Politiek, les 2

Links

Gelijkheid

Opkomen voor de zwakkeren

Milieu

actieve overheid

Rechts

Vrijheid

Recht van de sterkste

Economie

passieve overheid

Opdrachten

Wat hebben zij met de politiek te maken?

Maak opdracht 7, blz. 35

Hoe links of rechts ben jij?

Maken vraag 9 en 10 

wb blz. 39

Welke partij vindt dit?

Maken opdracht 12, blz. 40

Waaraan besteden we het belastinggeld?

maken opdracht 9, blz. 36

Opdracht

Maken:

Hoofdstuk Politiek

Les 2 Op wie ga je stemmen?

Opdracht 1-8 

Blz.37-38

Digitale opdrachten

Maak op www.themas.online

KGT-Politiek

Hoofdstuk 1 en 2

(oordopjes zijn gewenst)

Debatteren

Debatteren.

Mening geven. (Blz.13; LB)

Met elkaar in debat. Afspraken?! (Blz.13; WB)

Lokaal van groepsopstelling naar kringopstelling.

Voorwaarden Debatteren

- Groep voorstemmers en tegenstemmers

- Spreker namens de groep zit op de sprekersstoel

- 3 juryleden noteren welke argumenten worden genoemd

Argument is een reden waarmee je kunt uitleggen waarom jouw mening goed is. Bevat argument feiten of vooroordelen?

Stelling 1

Ik maak mij zorgen over de opwarming van de aarde?!

Stelling 2

Migranten profiteren van onze uitkeringen

Toetsvragen

over hoofdstuk 1. Wat is politiek?

1. Politici nemen besluiten.
Wat is de definitie van het begrip politici?

2.Leg uit waarom Nederland een indirecte democratie is?

Soms heeft de overheid niet voldoende geld.
3. Schrijf twee manieren op hoe de overheid dit probleem kan oplossen?

Schrijf 3 leerwinsten op