3.1 - B - De Russische Revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Planning

• Situatie Rusland voor 1917
• De Romanovs
• Raspoetin
• Afsluiting 

3.1 Russische Revolutie

• 17 juli 1918 De familie Romanov wordt geëxecuteerd in Jekaterinenburg.
  
  
• Bij deze executie werd uitzonderlijk veel geweld gebruikt. 
  
  
• Het verhaal gaat dat de jongste dochter de executie zou hebben overleefd. Waar bevindt zij zich?
  
  
• Wat ging hier aan vooraf? 

Rusland voor 1917 (1)

• Boeren werkten tot 1861 als slaven van de adel.  
  
  
• Zij mochten zich niet verplaatsen, ze hadden weinig te eten. Er was geen democratie, geen stemrecht, geen grondrechten. 
  
  
• 1861 werden er hervormingen doorgevoerd waardoor boeren in communes mochten leven. (Mir)

De Romanovs (1)

• Romanovs is een dynastie van 300 jaar. 
  
  
• Romanovs regeerden autocratisch: geen invloed van volk of bestuur.  
  
  
• Tsaar Nicholas II en Tsarina Alexandra.
  - Autoritair maar incompetent. 
  
  
• Verafschuwden alles wat met democratie te maken had. 
  
  
  
  

De Romanovs (2)

• Zoon en erfgenaam leidt aan hemofilie. 
  - Romanovs houden dat geheim!
  
  
• Zoon is erg vaak ziek en heeft regelmatig bloedingen. 
  
  
• Hemofilie is niet te genezen. Maar Romanovs hebben hoop en roepen hulp in van Raspoetin.

 1905 Bloody Sunday

Raspoetin (1)

• Monnik uit Siberië.
  
  
• Sektes, orgies en macht. 
  
  
• Overtuigd van zijn spirituele gaven.
  
  
• Toeval zorgt ervoor dat het bloeden van Aleksej stopt. 
  
  
• Vanaf dan invloed op Tsaar en Tsarina. 

Raspoetin (2)

• Raspoetin en Tsarina zijn onafscheidelijk. 
  - Geen seksuele relatie maar om de zoon. 
  
  
• Raspoetin wordt neer geschoten.
  'De man die niet stierf'.  
• 
  
• De macht van Romanovs loopt ten einde, arbeiders grijpen de macht... 

Blader door je boek, noem drie zaken waar je meer over zou willen weten.

De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen werk heeft.

1. Eens
2. Oneens

Rijke mensen regeren over mensen die minder rijk zijn.

1. Eens
2. Oneens

Als je rijk bent kan je makkelijker je doel bereiken.

1. Eens
2. Oneens

Iedereen is gelijk.

1. Eens
2. Oneens

Iedereen die dezelfde baan heeft zou hetzelfde moeten verdienen.

1. Eens
2. Oneens

Het is niet erg dat er grote verschillen zijn tussen arm en rijk.

1. Eens
2. Oneens

De overheid zou iedereen een basisinkomen moeten geven van 1000 euro in de maand.

1. Eens
2. Oneens