Hoofdstuk 4 Woordenschat pleonasme tautologie

Welkom terug 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom terug 

Slide 1 - Slide

Programma deze periode
  • Woordenschat hoofdstuk 4 t/m 6:  Stijlfiguren (3), Spreekwoorden en uitdrukkingen en Vaste uitdrukkingen.
  • Fictie - spreekopdracht bij het gelezen boek (meer uitleg volgt zsm) -> Wie heeft nog geen boek??

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Toets inhalen morgen (Rayan, Noa en Linn).
  • Herhaling stijlfiguren (hf 1 en 2)
  • Uitleg hoofdstuk 3: pleonasme en tautologie
  • Aan het werk
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Stijlfiguren
Pleonasme en tautologie (p.120)

Slide 4 - Slide

Na deze les kun je:
1. Onderscheid maken tussen een pleonasme en tautologie

2. Een pleonasme en/of een tautologie herkennen, begrijpen en zelf toepassen.

Slide 5 - Slide

Welke stijlfiguren kennen jullie nog? En wat houden ze in?

Slide 6 - Mind map

Stijlfiguren
  • Herhaling (drommels, drommels, drommels)
  • Tegenstelling ( zwart-wit)
  • Opsomming (drieslag, climax en anti-climax)
  •  Hyperbool (We wachten al een eeuw op jou.)
  • Understatement (Ronaldo kan een aardig balletje trappen.)
  • Eufimisme (Mijn oma is vredig heengegaan.)

Slide 7 - Slide

Pleonasme
Een ronde cirkel.

Dit is een pleonasme, omdat de eigenschap ronde eigenlijk overbodig is, want een cirkel is altijd rond.

We noemen dit een stijlfout.

Slide 8 - Slide

Tautologie
Clara wil enkel en alleen Nederlandse lessen volgen.


Dit is een tautologie, omdat enkel en alleen min of meer hetzelfde betekenen. Je hoeft er eigenlijk maar eentje te gebruiken.

Slide 9 - Slide

Tautologie
Er zijn veel uitdrukkingen die gebruik maken van een tautologie. In dat geval is er geen sprake van een stijlfout. Het is onderdeel van onze taal.

Bijvoorbeeld:
- Ivan is verheugd en blij, dat de lessen digitaal doorgang vinden.
- Nina vindt hopelijk het vak Nederlands niettemin toch leuk.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Omschrijf het begrip pleonasme in je eigen woorden.

Slide 12 - Open question

En nu tautologie!

Slide 13 - Open question

Mijn haar zit schots en scheef.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 14 - Quiz

Dat is een mooie, houten boomstam.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 15 - Quiz

Honderd km/uur is op de snelweg de uiterste limiet.
Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quiz

Toelichting op de laatste vraag
Honderd km/uur is op de snelweg de uiterste limiet.

Een limiet is een iets of iemand.
Een limiet heeft altijd een uiterste.
Het benoemen van uiterste is dus eigenlijk overbodig.

Slide 17 - Slide

Aan het werk
- Lezen: theorie op blz. 120.

- Maken: opdracht 1, 2 en 3 op blz. 120-121

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide