Toets hoofdstuk 3, elektriciteit V1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

 toets elektriciteit

Een stroomkring maken

Welkom Mavo-2

Maak de opdrachten 2, 4 EN 6 van 4,1     START IN:

Je hebt straks je laptop nodig                              

Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

0,006 A = … mA

1. 6
2. 6000
3. 60
4. 0,0000006

Wat ga je doen

Maak de volgende vragen.

Gebruik de BINAS van school!

Wat is de eenheidvan de spanning.

1. U
2. V
3. I
4. A

Wat is het symbool van de weerstand

1. U
2. W
3. I
4. R

Wat is het symbool voor vermogen

1. E
2. P
3. U
4. I

Welke formule kun je OOK gebruiken om de spanning uit te rekenen.

1. U = P : I
2. U = R : I
3. U = I : P
4. U = I x P

Bonusvraag!
Met welke formule kun je de elektrische energie uitrekenen (je moet formules combineren)

1. E = U x I x t
2. E = P : t
3. E = (U x I) : t
4. E = t : (U x I)

Een weerstand...

1. kan de stroom versterken.
2. is een drukschakelaar.
3. kan een stroom tegen houden, verminderen
4. is de stand van de zon, t.o.v. het weer

Hoe heet de meter waarmee je de spanning kunt meten

1. Volt meter
2. Ampère meter
3. Ohm meter
4. Kilowattuur meter

De spanning op school is

1. 230 V
2. 1,5 V
3. 12 V
4. 400 V

De spanningsmeter sluit je

1. in serie aan
2. parallel aan
3. Maakt niet uit, serie en parallel kan allebei

Bereken het vermogen als de spanning 15 V en de stroomsterkte 5 A is.

1. 75 W
2. 3 W
3. 0,33 W

Bereken het vermogen in kW als er op een apparaat staat dat het 1200 W is

1. 1200 kW
2. 12 kW
3. 120 kW
4. 1,2 kW

Alle metalen zijn isolatoren

1. dit klopt
2. dit klopt niet

Een isolator laat de stroom

1. zeer moeilijk door
2. moeilijk door
3. makkelijk door
4. niet door

Een batterij wordt aangesloten op een lampje. Het lampje gebruikt 0,5 A.
De capaciteit van de batterij is 7000 mAh.
Bereken hoelang het lampje op deze batterij kan branden

1. 14 000uur
2. 3500 uur
3. 3500000 s
4. 14 uur

Welk(e) lampje(s) branden in deze situatie?

1. Lampje 1
2. Lampje 1,2
3. Lampje 1,2,3
4. geen Lampje

Welk(e) lampje(s) branden als je de schakelaar openzet?

1. Lampje 1
2. Lampje 1,2
3. Lampje 1,2,3
4. geen lampje

Hoe groot is de stroomsterkte als deze broodrooster aanstaat? Schrijf de volledige berekening op.

1 kWh kost 40 cent.
Hoeveel kost het om deze 4 uur achter elkaar te gebruiken?
Schrijf de volledige berekening op.

Karel schakelt drie fietslampjes parallel.
Door elk lampje gaat een stroom van 0,3 A.
Karel schrijft op: “De totale stroom door de schakeling
is 0,9 A.” Leg uit of Karel gelijk heeft.

Door een lampje loopt 0,25A.
Hoe groot is de totale stroomsterkte door deze schakeling?

Wat is het verschil tussen een aardlekschakelaar en een zekering

In nieuwe huizen zitten zekeringen van 16A op een groep. Femke zet de volgende apparaten tegelijk aan: 4 gloeilampen (40W per stuk), oven (1,5 kW), frituurpan (900W) en wasmachine 760W). Alle apparaten werken op 230V. Kunnen deze apparaten aan staan en op dezelfde groep zijn aangesloten?
LAAT DIT MET EEN BEREKENING ZIEN! ALLEEN JA OF NEE IS FOUT