Mr Bean en de ijscoman

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

00:21

Wat doet Mr. Bean?

1. hij danst
2. hij zingt

00:43

Wat voor weer is het?

1. het waait
2. het regent
3. het is warm
4. het is koud

01:19

Wat koopt Mr Bean?

1. een boterham
2. een ijsje
3. een appel
4. flesje water

01:33

Wat is het probleem?

1. Mr Bean wil gaan zwemmen
2. Mr Bean zoekt naar zijn sleutel
3. Mr Bean wil nog een ijsje
4. Mr Bean heeft geen geld.

01:53

Waar gaat Mr Bean naartoe?

1. naar huis
2. naar het zwembad
3. naar de Lidl
4. naar school

02:21

Mr bean is .........

1. blij
2. boos

03:05

Wat doet de meneer van de ijswagen?

1. hij eet een ijsje
2. hij gaat voetballen
3. hij eet zijn boterham
4. hij zingt een lied

03:23

1. Mr Bean maakt het raampje open
2. Mr Bean is een dief

04:07

Wat gebeurt er?

1. Mr Bean eet een ijsje
2. een kind wil een ijsje
3. Mr Bean is een dief

04:58

Mr Bean verkoopt ijsjes......

1. ja
2. nee
3. ik weet het niet

05:30

Wat is er aan de hand?

1. Mr Bean is moe
2. Mr Bean is verdrietig
3. de ijsmachine is kapot
4. de ijsmachine is leeg

05:57

Wat doet Mr Bean?

1. Mr Bean eet zijn ijsje
2. Mr Bean loopt weg
3. Mr Bean verstopt zich
4. Mr Bean doet niets

07:37

Wat doet Mr bean?

1. Hij gooit saus op de ijscoman
2. Hij rent weg

07:57

Waar is Mr Bean?

1. hij is thuis
2. op het dak van de ijscowagen
3. weet ik niet

08:58

Heeft Mr Bean zijn ijsje gegeten?

1. ja
2. nee

09:37

De ijscoman weet waar Mr Bean woont.....

1. ja
2. nee

10:31

Krijgt Mr Bean een nu een ijsje?

1. ja
2. nee