Economie hoofdstuk 5 3B

• Economie
• MBO
• Studiejaar 1

Economie

Meneer Temmink

Iedereen die de vervangende opdracht niet heeft gemaakt

 Rinse

Max H

Max TA

Maurits

Youssra (nog extra uur)

Vandaag

Hoe produceer je? (herhaling)

Wat wordt de prijs?

Het gaat om de winst

Willen we meer productie?

Wat gaan we vandaag doen?

• Quiz om te zien of jullie het hebben begrepen
  
• Nakijken al het werk
  
• Rekenopgaven van het boek!
  
  
  

EXTRA UITDAGING! 

Lesdoelen

Aan het einde van de les weten jullie

• wat de brutowinstopslag is
  
• hoe je de verkoopprijs kunt berekenen
  
• hoe je de consumentenprijs berekent
  
• hoe je de btw kunt berekenen die in de consumentenprijs verwerkt zit

Voor welke productiefactor staat de A

De zaagmachine van een timmerman is een voorbeeld van de productiefactor ... . Het werk dat de timmerman doet, is een voorbeeld van de productiefactor ...

1. Natuur Kapitaal
2. Kapitaal Natuur
3. Kapitaal Arbeid
4. Arbeid Natuur

1 Als machines het zware werk van mensen overnemen, noem je dat ...
2 Als computers en computerprogramma’s de productie aansturen, noem je dat ...

1. Mechaniseren Automatiseren
2. Automatiseren Mechaniseren
3. Mechaniseren Mechaniseren
4. Automatiseren Automatiseren

Als je niet genoeg kunt produceren, moet je de ... uitbreiden

1. Productiecapaciteit
2. Machines
3. Mensen
4. Minder

Dat kan door meer ... in dienst te
nemen

1. Meer
2. Machines
3. Mensen
4. Minder

Of door hen ... uren per week te laten werken.

1. Meer
2. Machines
3. Mensen
4. Minder

Ook kun je meer of betere ... aanschaffen.

1. Productiecapaciteit
2. Machines
3. Mensen
4. Minder

Ridvan zit volgepland.
Wat kan Ridvan doen om meer rijlessen te kunnen geven?

1. Een grotere auto kopen
2. Meer reclame maken
3. Een extra auto aanschaffen
4. Theorielessen aanbieden

Arbeidsproductiviteit
Met ... mensen. ... werk doen

1. Meer - meer
2. Meer - minder
3. Minder - Minder
4. minder - meer

Hoe stijgt de arbeidsproductiviteit niet?

1. Door meer personeel in dienst te nemen.
2. Door het gebruik van moderne apparaten en robots
3. Door het personeel een goede opleiding te geven
4. Door taken beter over het personeel te verdelen

Per brood die je maakt betaald krijgen heet ...

1. Vast loon
2. Prestatieloon
3. Uurloon

Hierdoor worden de totale loonkosten...
De kostprijs per product gaat hierdoor ...

1. lager - omlaag
2. lager - omhoog
3. hoger - omlaag
4. hoger - omhoog

De kosten die een bedrijf heeft voor grondstoffen, het gebouw en personeel zijn ...kosten.

1. bedrijfs
2. maatschappelijke

De negatieve gevolgen van productie voor de samenleving zijn ... kosten

1. bedrijfs
2. maatschappelijke

Wat zijn geen maatschappelijke kosten

1. Vrachtverkeer zorgt voor geluidsoverlast voor de bewoners langs de weg.
2. De temperatuur op aarde stijgt door te veel CO2 in de lucht
3. Door de nieuwe zonnepanelen wordt de energierekening lager
4. Door de productie komt er veel stikstof in de natuur

Berend is melkveehouder. In de zomer staan zijn koeien in de wei, ’s winters staan ze in de stal.
Wat zijn geen bedrijfskosten?

1. Kosten van de stal
2. Kosten van de wei
3. Stankoverlast
4. Personeelskosten

Voor  2 extra punten!

Schrijf je antwoord op!

Iedereen die schreeuwt wint al niet meer!

Bij Milco werken dertig mensen fulltime (40 uur per week). Er

werken ook twintig mensen met een parttime baan van 20 uur per week.

Bereken hoeveel uren er in totaal per week gewerkt wordt.

Bij Milco werken dertig mensen fulltime (40 uur per week). Er

werken ook twintig mensen met een parttime baan van 20 uur per week.

Bereken hoeveel uren er in totaal per week gewerkt wordt.

30 x 40 = 1.200

20 x 20 = 400

20.000 T-shirts per week per 20 mensen

Je werkt 5 dagen en 8 uur. 

Wat is je arbeidsproductiviteit per uur?

20.000 T-shirts per week per 20 mensen

Je werkt 5 dagen en 8 uur. 

Wat is je arbeidsproductiviteit per uur?

20.000 : 20 = 1.000 per persoon

1.000 : 5 = 200 per dag

200 : 8 = 25 shirts per uur

Einde

Huiswerk nakijken!

Rekenopdrachten uitdelen

Bespreken van de rekenopdrachten

Oefentoets uitdelen

Wat is de afzet?    900 stuks

Als de verkoopprijs in het voorbeeld € 16,50 was en de afzet zou hetzelfde zijn, dan was de omzet?

Wat is de afzet?    900 stuks

Als de verkoopprijs in het voorbeeld € 16,50 was en de afzet zou hetzelfde zijn, dan was de omzet?

900 x 16,50 = 14.850,00

Max verkoopt ijsjes. De verkoopprijs van een ijsje is € 1,75. Gemiddeld verkoopt hij 300 ijsjes per dag.

Bereken hoeveel omzet Max per dag heeft?

Max verkoopt ijsjes. De verkoopprijs van een ijsje is € 1,75. Gemiddeld verkoopt hij 300 ijsjes per dag.

Bereken hoeveel omzet Max per dag heeft?

300 x 1,75 = 525,00

Daphne koopt hardloopschoenen in voor € 95 per paar. Ze

verkoopt ze met een brutowinstopslag van 80%. In een week is de afzet 30 paar hardloopschoenen.

Bereken de verkoopprijs van een paar sportschoenen.

Daphne koopt hardloopschoenen in voor € 95 per paar. Ze

verkoopt ze met een brutowinstopslag van 80%. In een week is de afzet 30 paar hardloopschoenen.

Bereken de verkoopprijs van een paar sportschoenen.

100	1	80
95

Daphne koopt hardloopschoenen in voor € 95 per paar. Ze

verkoopt ze met een brutowinstopslag van 80%. In een week is de afzet 30 paar hardloopschoenen.

Bereken de verkoopprijs van een paar sportschoenen.
95 + 76 = 181

100	1	80
95		76

Je verkoopt op de markt bloemen voor € 6,50 per bos. In een week verkoop je 250 bossen rozen en 150 bossen chrysanten. De inkoopwaarde van deze bloemen is bij elkaar € 950.

De afzet van deze week is?

Je verkoopt op de markt bloemen voor € 6,50 per bos. In een week verkoop je 250 bossen rozen en 150 bossen chrysanten. De inkoopwaarde van deze bloemen is bij elkaar € 950.

De afzet van deze week is?

250 + 150 = 400

De omzet is?

Je verkoopt op de markt bloemen voor € 6,50 per bos. In een week verkoop je 250 bossen rozen en 150 bossen chrysanten. De inkoopwaarde van deze bloemen is bij elkaar € 950.

De afzet van deze week is?

250 + 150 = 400

De omzet is?

400 x 6,50 = 2.600

De inkoopwaarde van deze bloemen is bij elkaar € 950.

De afzet van deze week is?

250 + 150 = 400

De omzet is?

400 x 6,50 = 2.600
Brutowinst
2.600 - 950 = 1.650

Soufyan verkoopt computergames. In april heeft hij een omzet van € 8.200. De inkoopwaarde van de games is € 3.250. De bedrijfskosten in april zijn € 2.830.
Bereken de brutowinst in april.

Soufyan verkoopt computergames. In april heeft hij een omzet van € 8.200. De inkoopwaarde van de games is € 3.250. De bedrijfskosten in april zijn € 2.830.
Bereken de brutowinst in april.

Bereken nettoresultaat?

Nettowinst / verlies?