1.4 writing (28-9)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hello V3K3! :) 

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Today:

1. Homework check:

Exercises  22-27 & clip time

2. Planning first test

3. Grammar: 

Used to

4. Get to work!

Goals (at the end of this lesson...) :

- You can use 'used to' correctly.

- You actively participated in today's lesson.

1. Homework check:

Wat was het huiswerk?

Maken: opdracht 22 t/m 27 (werkboek) & clip time (online)

Ik loop langs om te controleren. Je mag zachtjes kletsen tussendoor!

2. Planning first test

Schrijf op in je agenda:

maandag 11 oktober (2e uur): progress test unit 1

- Stuk lezen

- Words unit 1 (NL-EN & EN-NL)

- Grammar unit 1

- Phrases unit 1

Schrijf iets op dat je vroeger deed, maar nu niet meer doet.

3. Grammar: used to

I used to dance when I was younger.

I used to swim a lot when I was a kid.

3. Grammar: used to

Used to gebruik je om te zeggen dat dingen eerst zo waren, maar nu niet meer. Het gaat om vroeger.

I used to work at the Jumbo.

Daar heb ik van 2015 tot en met 2017 gewerkt. Nu, in 2021, dus niet meer.

Schrijf op

3. Grammar: used to

Hoe maak je deze vorm?

Used to + hele werkwoord

I used to work at the Jumbo

She used to wear glasses.

We used to talk a lot.

Schrijf op

Wat is de correcte vorm?

1. She used sing beautifully.
2. She use to sing beautifully.
3. She used to sing beautifully.
4. She was to sing beautifully.

Maak een bevestigende zin met 'used to':

I ________ (play) with dolls when I was younger.

Maak een bevestigende zin met 'used to':

He ________ (play) football when he was six.

Je hebt net in het Nederlands opgeschreven wat je vroeger deed maar nu niet meer.
Doe dit nu in het Engels met behulp van 'used to'.

Stel je voor dat je met je opa of oma praat
over vroeger. Wat zullen ze zeggen
over bijvoorbeeld kleding, school en vervoer?

Denk je nu eens in dat jijzelf ouder bent.
Wat ga jij vertellen over ‘jouw vroeger’?

Opdracht 29 & 30

4. Get to work

Do:

Unit 1.4

• Opdracht 29 t/m 34 

Niet af = huiswerk

Klaar?

Leren words 1.4

How?

- Alleen of in tweetallen

- Let op je volume

- Muziek mag via je                         Chromebook

- Tijd tot afsluiting van de les

Homework

Noteer in je agenda voor donderdag 30 september:

Maken: opdracht 29 t/m 34

Leren: used to + words 1.4 

Goals

- Wanneer gebruik je 'used to'?

- Hoe vorm je een zin met 'used to'?