republiek als handelsland

De Republiek als handelsland
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Republiek als handelsland

Slide 1 - Slide

Deelvraag
  • Hoe werd de Republiek rijk door handel?

Slide 2 - Slide

Als we het over 'de Republiek' hebben, waarover hebben we het dan?
A
Duitsland tijdens de Gouden Eeuw
B
Nederland tijdens de Gouden Eeuw
C
Frankrijk tijdens de Gouden Eeuw
D
Een land dat bestond uit een stuk van NL, België en Duitsland

Slide 3 - Quiz

Uit hoeveel gewesten (= provincies) bestond de Republiek?
A
Zes gewesten
B
Zeven gewesten
C
Acht gewesten
D
Negen gewesten

Slide 4 - Quiz

De Republiek der zeven Verenigde Nederlanden.

Slide 5 - Slide

Wat waren de Generaliteitslanden?
A
Gebieden die wel bij de Republiek hoorden, maar niet mee mochten besturen.
B
Overzeese kolonies van de Republiek.
C
Landen waar de Republiek oorlog mee had.
D
Een soort van niemandsland rondom de Republiek waar oorlog gevoerd werd.

Slide 6 - Quiz

Wat is waar over de landbouwgrond in de Republiek?
A
Het was vooral geschikt voor graan.
B
Het was vooral geschikt voor vee.
C
Het was vooral geschikt voor druiven.
D
Het was vooral geschikt voor hout.

Slide 7 - Quiz

Stapelmarkt

Slide 8 - Slide



Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 9 - Quiz

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat betekent de afkorting VOC?

Slide 12 - Open question

Handelsverenigingen
  • Om naar Indië te varen had men veel tijd en geld nodig.
  • Investeren in zo’n reis was een groot risico, de schepen kwamen nl niet altijd heel terug..
  • Om het risico kleiner te maken gingen handelaren samenwerken in compagnieën.
  • Investeren in zo’n grote onderneming = handelskapitalisme
  • Risico werd gedeeld
  • Winst werd gedeeld
  • Maar de concurrentie tussen de compagnieën groeide en de prijzen daalden..


Slide 13 - Slide

De VOC
  • De Staten-Generaal van NL greep in.
  • Alle compagnieën moesten voortaan samenwerken in de VOC
  • De Staten-Generaal was de baas en om aan geld te komen verkochten ze aandelen (stukjes bedrijf)
  • VOC kon de investering doen
  • De investeerders kregen bij succes hun deel + winst terug
  • Staten-Generaal verdiende er altijd aan.
  • De VOC deed het zo goed dat ze een monopolie hadden op ALLE specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop


Slide 14 - Slide

Wat haalde de VOC vooral uit Indië?
A
Hout
B
Graan
C
Specerijen
D
Wijn en olie

Slide 15 - Quiz

Wat is een aandeel?
A
Een stukje van een bedrijf (de VOC)
B
Een goede daad die je verricht
C
Een kist met handelsgoederen
D
Een vrijwillige bijdrage

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

De WIC
De West-Indische Compagnie
Driehoekshandel tussen Europa/West-Afrika/Amerika
Handel in slaven Afrika --> Amerika
Handelin o.a. cacao/tabak/suiker Amerika --> Europa
Kaapvaart (Schepen kapen)


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Kolonies
  • Om de handel te verbeteren werden er kolonies (‘eigen gebied’ overzee) gesticht.


  1. handelskolonies: ter verbetering v/d handel
  2. vestigingskolonies: voor een  nieuw en beter bestaan.


Slide 20 - Slide

Begrippen uit par. 1.1

  • gewestelijke staten
  • raadspensionaris
  • regent
  • stadhouder
  • Staten-Generaal
  • Eerste en Tweede Kamer
  • Troonrede

Begrippen uit par. 1.2


  • Driehoekshandel
  • Handelskapitalisme
  • Kaapvaart
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie
  • West-Indische Compagnie

Slide 21 - Slide