1.2. Aardbevingen brugklas

1.2 Wat gaan we doen?
Vandaag leren we hoe aardbevingen ontstaan.


1 / 45
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Wat gaan we doen?
Vandaag leren we hoe aardbevingen ontstaan.


Slide 1 - Slide

Planning
1. Herhalen van de vorige les.
2. Opening over aardbevingen.....
3. Hoe ontstaan aardbevingen
4. Wat zijn de gevolgen van een aardbeving?
5. Maak je eigen aardbeving strip verhaal
6. Opdrachten uit het werkboek.

Slide 2 - Slide

Kern
Aardkorst
Mantel

Slide 3 - Drag question

Eerst               Daarna           Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 4 - Drag question

Hoe noemen we laag 1 in de tekening?
A
Aardkorst
B
Aardmantel
C
Binnenkern
D
Buitenkern

Slide 5 - Quiz

Waardoor bewegen de aardplaten?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Uit welke twee continenten zijn de Alpen ontstaan?

Slide 8 - Open question

Aardbeving

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aardbeving

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
- Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
- Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 13 - Slide

Zware aardbeving
Lichte aardbeving
Middel zware aardbeving

Slide 14 - Slide

    Het ontstaan van aardbevingen
Zware aardbeving
Lichte aardbeving
Tekst

Slide 15 - Slide

Hoe ontstaat een aardbeving?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Waar en waarom juist daar
  • Aardbevingen komen door het bewegen van platen (platentektoniek).

  • Op plaatsen waar platen botsen, of uit elkaar bewegen krijg je aardbevingen.

Slide 18 - Slide

Epicentrum en hypocentrum

Op de plek waar twee aardplaten elkaar raken, ontstaat de beving. We noemen dit het hypocentrum.

De plek aan het aardoppervlak waar we de aardbeving het sterkste voelen, heet het epicentrum. Op een kaart zie je vaak het epicentrum.

Slide 19 - Slide

    De gevolgen van aardbevingen
De kracht van een aardbeving wordt gemeten met de Schaal van Richter. Deze schaal loopt van 1 (zwak) tot 12 (sterk).

In rijke landen is er geld en kennis om aardbevingsbestendig te bouwen.

Slide 20 - Slide

Waar komen aardbevingen  voor?
Hoe komt dat?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan aardbevingen?

Slide 24 - Open question

Bij een aardbeving wordt.....
A
De spanning snel opgebouwd en beweegt vloeiend
B
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt vloeiend
C
De spanning snel opgebouwd en beweegt schokkend
D
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt schokkend

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Link

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 27 - Quiz


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 28 - Quiz

Epicentrum

Slide 29 - Slide

De plek waar de aardbeving ontstaat?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een plaatbeweging
D
Het hypocentrum

Slide 30 - Quiz

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 31 - Open question

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 32 - Quiz

Schaal van Richter

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Aardbevingen: Schaal van Richter
Elke stap omhoog is 10x zo zwaar

Slide 35 - Slide

Schaal van Richter

Schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt bepaald.

Slide 36 - Slide

Wat kunnen de gevolgen zijn van een aardbeving?

Slide 37 - Open question

Wat kunnen de gevolgen zijn van een aardbeving?

Slide 38 - Mind map

Gevolgen aardbevingen

- Instorten van huizen. 
- Breken van gasleidingen. 
- Stroom valt uit.
- Wegen gaan kapot.
- Waterleidingen gaan kapot (geen schoon drinkwater).
- Verschil arm en rijk land. 

Slide 39 - Slide

Aardbevingen
  • Rijk land meer geld en kennis om aardbevingsbestendig te bouwen
  • Arm land meer slachtoffers door slechte huizen en gebouwen.

Slide 40 - Slide

hoe groot de gevolgen zijn 
hangt af van:

1. Zwaarte aardbeving (schaal richter).
2. Hoeveel mensen er wonen
3. hoe arm/ rijk een gebied is. (sterke gebouwen, snelle hulpverlening).

Slide 41 - Slide

Gevolgen van aardbevingen
Waar zijn er meer slachtoffers van aardbevingen? 
In rijke/arme landen

Waar is meer financiële schade van aardbevingen?
In rijke/arme landen

Slide 42 - Slide

Gevolgen van aardbevingen
Waar zijn er meer slachtoffers van aardbevingen? 
In arme landen

Waar is meer financiële schade van aardbevingen?
In rijke landen

Slide 43 - Slide

Huiswerk
Teken een strip over het ontstaan van een aardbeving. Tekening 1 is de situatie voor de aardbeving, tekening 4 is de situatie na de aardbeving
Eisen:
- Minimaal 4 tekeningen
- Onderschrift waarin je uitlegt wat er in de tekening gebeurd
- Duidelijke tekeningen (schematisch als je niet goed kunt tekenen) 
- Ingekleurd 
Klaar?
H1.2 maken Vragen: 2/3 en 5/6

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide