grammatica oefenen

Grammatica oefenen 
05-06-2019
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grammatica oefenen 
05-06-2019

Slide 1 - Slide

Wat is het onderwerp van de zin:
Die gouden schaar heeft een mooi versierde rand
A
schaar
B
die gouden schaar
C
mooi versierde rand
D
gouden schaar

Slide 2 - Quiz

Wat is het gezegde:
Die gouden schaar heeft een mooi versierde rand
A
heeft
B
heeft versierde
C
heeft een rand
D
heeft rand

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de bijv. bep. in de zin:
Die gouden schaar heeft een mooi versierde rand
A
die, gouden , mooi
B
die gouden, mooi, versierde
C
die versierde
D
mooi versierde

Slide 4 - Quiz

Heeft de zin een bwb:
Die gouden schaar heeft een mooi versierde rand.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Wat is ook alweer een obwb?

ondergeschikte bijwoordelijke bepaling? 

Slide 6 - Slide

obwb:

Slide 7 - Mind map

een obwb:
Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling 
Als een toevoeging iets zegt over een bijvoeglijk naamwoord in een zinsdeelstuk 

Slide 8 - Slide

Wat zijn de obwb's in de volgende zin:
Die gouden schaar heeft een mooi versierde rand
A
die , gouden, mooi, versierde
B
die, mooi
C
gouden
D
mooi

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de obwb 's in de volgende zin:
De heel mooie film duurt tamelijk lang deze avond
A
heel mooie
B
tamelijk lang
C
heel, tamelijk
D
heel mooi, tamelijk lang

Slide 10 - Quiz

Wil je dit heel kapotte schrift aan die jongen met die rode trui geven?
Wat zijn de obwb's?
A
dit, heel, kapotte, die rode
B
dit, heel, die
C
heel
D
die

Slide 11 - Quiz

Ontleed de volgende zin in het woordweb
geef alle delen afzonderlijk aan 

Slide 12 - Slide

De zin:
Het mooie grote boek over natuurkunde ligt in die dichte kast 

Slide 13 - Slide

onderdelen

Slide 14 - Mind map

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Taalkundig benoemen 

Slide 16 - Slide

Taalkundig ontleden is het benoemen van zinsdeelstukken
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Geef in het woordweb voorbeelden van een zelfstandig naamwoord 

Slide 18 - Slide

zelfstandig naamwoord

Slide 19 - Mind map

Tot welke woordsoort behoort 'haar'
Zij pakt haar tas in.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
werkwoord

Slide 20 - Quiz

Tot welke woordsoort behoort 'zijn'
Hij is zijn boeken vergeten.
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
werkwoord

Slide 21 - Quiz

Tot welke woordsoort behoort 'wie'
Wie ruimt zijn spullen het beste op?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 22 - Quiz

Tot welke woordsoort behoort 'haar' in:
Kim geeft haar een mooi cadeau voor de kerst
A
bezittelijk voornaamwoord
B
onbepaald voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 23 - Quiz