Werkklimaat

Werkklimaat
Boek Thieme, zorgverlening beroep en organisatie​

Module 4 werken in een zorgorganisatie hoofdstuk 2 werkklimaat
1 / 18
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkklimaat
Boek Thieme, zorgverlening beroep en organisatie​

Module 4 werken in een zorgorganisatie hoofdstuk 2 werkklimaat

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren vandaag?
- Je kunt uitleggen wat het belang is van een goed werkklimaat 

- Je kunt samenvatten wat de kenmerken zijn van een goed werkklimaat in een zorgorganisatie.​
- Je kunt benoemen hoe medezeggenschap vorm kan krijgen in een zorgorganisatie.




Slide 2 - Slide

Wat is een werkklimaat?

Slide 3 - Open question

Begrip werkklimaat
Onder het werkklimaat wordt verstaan: het geheel van materiële en immateriële omstandigheden waaronder het werk wordt gedaan.
Door die ontwikkelingen hebben zorgorganisaties, naast aandacht voor de kwaliteit van de zorg en behandeling, nu ook meer oog voor de kwaliteit van arbeid. 

Slide 4 - Slide

Kenmerken van een goed werkklimaat
Materiële werkomstandigheden: Materiële werkomstandigheden zijn de zaken die je nodig hebt voor de uitvoering van jouw werk als verzorgende.
Kwaliteit van de werkomgeving: Het gebouw waar je werkt, moet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een gezonde en veilige werkplek. 

Slide 5 - Slide

Sfeer
stress
(im)materiele omstandigheden
positieve stress
Communicatie
Deskundigheid
Meebeslissen
Agressie
Veiligheid

Slide 6 - Slide

Wat zijn immateriële werkomstandigheden?

Slide 7 - Open question

 Immateriële werkomstandigheden
Goede immateriële werkomstandigheden zijn net zo belangrijk als de materiële werkomstandigheden. Beide zijn nodig om je werk goed en met plezier te kunnen doen.
- Werkdruk
- Werkstress
- Deskundigheid op peil houden
- Goede samenwerkingsrelaties 
- Goede communicatie tussen leiding en verzorgenden
- Meebeslissen over je werk


Slide 8 - Slide

Wat is voor jouw een goed werkklimaat?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Agressie en intimidatie
Er is sprake van agressie of intimidatie wanneer je verbaal of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen. 
 In de Nederlandse wetgeving staat dat de werkgever maatregelen moet nemen om de veiligheid van de medewerkers zoveel mogelijk te waarborgen.

Melden!

Slide 11 - Slide

Uitingen van agressie
Agressief gedrag uit zich op verschillende manieren:

verbale agressie;
fysieke agressie;
psychische agressie.


Slide 12 - Slide

Wetgeving
In de Arbowet zijn regels opgenomen over het hanteren van agressie en intimidatie. Daarom zijn zorgorganisaties verplicht om maatregelen te nemen die problemen door agressie of intimidatie zoveel mogelijk moeten voorkomen. De organisatie moet daarvoor de risico's op dit gebied in kaart brengen met een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Daarnaast moeten zij een plan van aanpak maken met maatregelen om agressie en intimidatie te voorkomen.
Ook het Burgerlijk Wetboek beschermt je als werknemer.

Slide 13 - Slide

Bedrijfsnoodplan 
In zorgorganisaties liggen veel gevaren op de loer. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een brand, een bedrijfsongeval met ernstig gewonden of lekkage van gevaarlijke stoffen. Daarom wordt er voortdurend aandacht besteed aan preventie van calamiteiten.

Elke zorgorganisatie moet een calamiteitenplan (of bedrijfsnoodplan) hebben. Daarin staat hoe je moet handelen in geval van nood, wie verantwoordelijk is en welke onderlinge taakverdeling er is.

Slide 14 - Slide

Medezeggenschap
Medezeggenschap betekent dat je als verzorgende invloed kunt uitoefenen op het beleid van de organisatie en op de uitvoering daarvan. Meepraten en meebeslissen over en in je werk is belangrijk voor een goed werkklimaat, goede kwaliteit van zorg en het gevoel dat je serieus genomen wordt. 

Slide 15 - Slide

Vormen van medezeggenschap
  • Ondernemingsraad (OR)
  • Adviesraden zorgprofessionals (VAR)

Slide 16 - Slide

noteer 2 knelpunten op dit moment

Slide 17 - Mind map

Waar heb jij zelf invloed op?

Slide 18 - Slide