This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 1
Planten
Slide 1 - Slide
Thema 7 - Planten
7.1 - Bladeren
7.2 - Stengels en wortels
7.3 - Glucose als grondstof
7.4 - Voortplanting
7.5 - Bestuiving, bevruchting
7.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling
Slide 2 - Slide
Doel van deze les
Aan het einde van de les heb je kennis van hoofdstuk 7 opgefrist
Ik oefen zelfstandig op de lesstof van hoofdstuk 7
Slide 3 - Slide
Deze les
Opfrissen met LessonUpvragen
Daarna quiz
Tijd over? Diagnostische toets maken
Slide 4 - Slide
Een boer wil dat het genotype (DNA) van zijn aardappels niet verandert. Welk type voortplanting is hiervoor geschikt?
A
Geslachtelijk
B
Ongeslachtelijk
Slide 5 - Quiz
In welk orgaan van de plant vindt fotosynthese plaats?
A
De stengel
B
De wortels
C
De bladeren
D
De bloemen
Slide 6 - Quiz
Wat is de functie van de wortel?
A
Water verdampen
B
Water opnemen
C
Water gebruiken voor voedingsstoffen
Slide 7 - Quiz
Vervoeren houtvaten water omhoog of omlaag?
A
Omhoog
B
Omlaag
Slide 8 - Quiz
Water is een voorbeeld van een...
A
Organische stof
B
Anorganische stof
Slide 9 - Quiz
Fotosynthese vindt alleen overdag plaats
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Verbranding vindt alleen 's nachts plaats
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Planten kunnen glucose omzetten in andere bruikbare stoffen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Glucose kan worden omgezet in...
A
Eiwitten
B
Andere koolhydraten
C
Vet
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 13 - Quiz
Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 15 - Quiz
Is onderstaande uitspraak juist of onjuist? Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit een zaadbeginsel?
A
Een kiem
B
Een vrucht
C
Een zaad
Slide 17 - Quiz
Dit is een voorbeeld van een windbloem. Zal deze bloem nectar bevatten?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden
Slide 19 - Quiz
Dit is een voorbeeld van een...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
Dat kan je niet aan de afbeelding zien
Slide 20 - Quiz
Wat groeit als eerste uit het zaadje?
A
Blaadjes
B
Stengeltje
C
Zaadlobben
D
Worteltje
Slide 21 - Quiz
De zaadlobben zijn belangrijk in een zaadje omdat:
A
De zaadlobben reservevoedsel bevatten
B
De zaadlobben het kiemplantje beschermen
C
De zaadlobben veel water bevatten
D
De zaadlobben water in het zaadje toelaten
Slide 22 - Quiz
Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij. Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerjarige
D
cactus
Slide 23 - Quiz
Open examenvragen oefenen
Er komen 9 vragen één voor één op het bord.
We oefenen in twee teams
Slide 24 - Slide
Vraag 1
Wat is de naam van
onderdeel T?
Slide 25 - Slide
Vraag 2
Koolstofdioxide en water
worden omgezet in
glucose
In welke cellen kan deze
omzetting plaatsvinden?
Slide 26 - Slide
Vraag 3
Een deel van de gemaakte glucose wordt naar de wortels vervoerd.
Leg uit waardoor wortelcellen zelf geen glucose kunnen maken uit koolstofdioxide en water.
Slide 27 - Slide
Vraag 4
Door welke vaten vindt transport van glucose van de wortels plaats?
Slide 28 - Slide
Vraag 5
Aan de wortels van de kiemplantjes ontstaan wortelharen.
Wat is de functie van wortelharen?
Slide 29 - Slide
Vraag 6
De tabel hiernaast
gaat over de populier.
Kan de populier zich
geslachtelijk
voortplanten? Leg je
antwoord uit.
Slide 30 - Slide
Opdracht 7
Sommige planten doen aan windbestuiving. Noteer een kenmerk van bloemen van windbestuiving.