This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Bij de fotosynthese in planten ontstaat glucose
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Glucose is geen energierijke stof
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Hoeveel meeldraden heeft deze bloem?
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 3 - Quiz
Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten
Slide 4 - Quiz
Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels van een plantencel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een plant kan glucose opslaan in zijn wortels
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
De bastvaten vervoeren ...... ...... ....... .... van de bladeren naar alle delen van de plant.
A
water met opgeloste mineralen
B
water met opgeloste suikers
Slide 7 - Quiz
Bij een bloem met rood gekleurde kroonbladeren vindt bestuiving plaats doormiddel van ...
A
insecten
B
de wind
Slide 8 - Quiz
Bij een bloem die sterk geurt vindt de bestuiving plaats via ...
A
de wind
B
insecten
Slide 9 - Quiz
Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem
Slide 10 - Quiz
Deze bloem is een ...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
-
D
-
Slide 11 - Quiz
Welk cijfer geeft de stamper aan?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Hoe heet een vrouwelijke geslachtscellen van een plant?
A
Een meeldraad
B
Een helmknop
C
Een zaadbeginsel
D
Een eicel
Slide 13 - Quiz
Een deel van een plant groeit uit tot een nieuwe plant.
Is er dan sprake van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting?
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
C
zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting
Slide 14 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen
Slide 15 - Quiz
Hoe heet een mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Stamper
B
Stempel
C
Helmknop
D
Stuifmeelkorrel.
Slide 16 - Quiz
kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad
Slide 17 - Drag question
Stamper
Vruchtbeginsel
Slide 18 - Drag question
De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof
Slide 19 - Drag question
Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortelharen?
A
watertransport
B
wateropname
C
voedsel maken
D
groei van de plant
Slide 20 - Quiz
Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen
Slide 21 - Quiz
Bestuiving of bevruchting
A
Bestuiving
B
bevruchting
Slide 22 - Quiz
Waar vindt bestuiving plaats?
A
5
B
6
C
7
Slide 23 - Quiz
Is dit een windbloem?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Welke route volgt het transport door houtvaten?
Bladeren
stengel
wortels
Slide 25 - Drag question
Welke route volgt het transport door bastvaten?
Bladeren
stengel
wortels
Slide 26 - Drag question
Deze stof lost gemakkelijk op in water. De stof kan zo gemakkelijk via bastvaten naar alle delen van de plant worden vervoerd. Het is een brandstof
Deze stof wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren. De stof kan ook voor langere tijd worden opgeslagen als reservestof. Dat gebeurt vaak in ondergrondse delen.
Deze stof is een bouwstof voor de celwanden van planten. Bouwstoffen zijn nodig voor de vorming van nieuwe cellen en weefsel.