OEFENTOETS -- BEWEGEN

OEFENTOETS
BEWEGEN
HOOFDSTUK 2

18 vragen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare school

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

OEFENTOETS
BEWEGEN
HOOFDSTUK 2

18 vragen

Slide 1 - Slide

Wat is geen functie van het skelet?
A
Beschermen
B
Bewegen
C
Vorm geven
D
Impulsen doorgeven

Slide 2 - Quiz

In pijpbeenderen wordt vet opgeslagen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Welk van de onderstaande beenderen is een plat been?
A
Dijbeen
B
Opperarmbeen
C
Heupbeen
D
Staartbeen

Slide 4 - Quiz

De dubbele S- vorm van je wervelkolom zorgt er voor dat je beter schokken kunt opvangen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Julian legt een botje enige tijd in zuur. Wat gebeurt er met de hoeveelheid

Julian legt een bot enige tijd in een zuur.
Wat gebeurt er met het bot als je het probeert te buigen?


A
Het botje buigt
B
Het botje breekt
C
Er gebeurd niets.

Slide 6 - Quiz

In kraakbeen zit veel lijmstof, daarom is het zo buigzaam. Hoe verwijder ik lijmstof uit het kraakbeen?
A
Door het in zuur te leggen
B
Door te drogen
C
Door het te verhitten in een vlam
D
Door het op te lossen met een sterk loog.

Slide 7 - Quiz

De arm wordt gebogen, wat gebeurd er met de armtrekspier en wat gebeurt er met de armbuigspier?
A
armtrekspier ontspant, armbuigspier trekt samen
B
armtrekspier ontspant, armbuigspier ontspant
C
armtrekspier trekt samen en armbuigspier ontspant
D
armtrekspier trekt samen, armbuigspier trekt samen

Slide 8 - Quiz

Gewrichtssmeer zorgt er voor dat het gewricht soepel kan bewegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Waar heb je last van bij een verstuiking?
A
Een gescheurde meniscus
B
Een bloeduitstorting
C
Opgerekte gewrichtsbanden
D
Een scheurtje in een spier

Slide 10 - Quiz

Welk gewricht zie je hier?
A
Kogelgewricht
B
Zadelgewricht
C
Scharniergewricht
D
Rolgewricht

Slide 11 - Quiz

Welke beenverbinding zie je hier?
A
Vergroeiing
B
Gewrichtsverbinding
C
Naadverbinding
D
Kraakbeenverbinding

Slide 12 - Quiz

Als je ouder wordt veranderd de samenstelling van je botten. Wat gebeurd er met de hoeveelheid kalk?
A
Neemt toe
B
Neemt af

Slide 13 - Quiz

Wat voor soort 'ganger' is het paard?
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 14 - Quiz

Op welke ondergrond zou een panter een liefste willen lopen?
A
Zachte ondergrond
B
Harde ondergrond
C
Maakt niet uit

Slide 15 - Quiz

Welke kleur heeft de ellepijp?
A
Paars
B
Groen
C
Oranje
D
Geel

Slide 16 - Quiz

Welke onderdelen van de skelet zie je hier?
A
Alleen de teenkootjes
B
De teenkootjes en de middenvoetsbeentjes
C
Alleen de middenvoetsbeentjes
D
De middenvoetsbeentjes en voetwortelbeentjes

Slide 17 - Quiz

Hoeveel wervels zitten er in de wervelkolom
A
22
B
26
C
24
D
28

Slide 18 - Quiz