L17 Zinsdelen

1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:
Stap 6:
Zoek de persoonsvorm.
Zoek het onderwerp.
Duid de zinsdelen aan.
Benoem het gezegde.
Duid het LV aan.
Duid het MV aan.

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Mogelijke zinsdelen
ZWW
HWW
KWW
LV
O
MV 
WWG
NWG
Zelfstandig werkwoord
- PV
- VD
- INF
ZWW = enige betekenisvolle werkwoord in de zin.
Hulpwerkwoord
- INF
- PV
HWW= helpt om een ZWW te vervoegen.
Koppelwerkwoord
Koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp.
ZWoBBeLS
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling van het werkwoordelijk gezegde.
Wie/wat + WWG + O?
Onderwerp
Wie/wat + WWG?
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp duidt aan voor/aan wie/wat de handeling bedoeld is.
Aan/voor wie/wat + WWG + O + LV?
Werkwoordelijk gezegde
WWG bestaan uit alle werkwoorden in een zin en mogelijke niet-werkwoordelijke aanvullingen.
Niet-werkwoordelijke aanvullingen: wed. VNW, ADPV of een NWU.
Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden van een zin en het naamwoordelijk deel. Er is enkel sprake van een naamwoordelijk gezegde als het zelfstandig werkwoord een koppelwerkwoord is.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hij belde haar op.
Verdeel in zinsdelen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hij/ belde/ haar/ op.//
O
PV
ZWW
HWW
KWW
NWD
ADPV
VD
INF
LV
MV

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Hij belde haar op.

Wat is het gezegde?
A
NWG
B
WWG

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De wilde eenden zijn ongelooflijk mooi.


Verdeel in zinsdelen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De wilde eenden/ zijn/ ongelooflijk mooi.//
O
PV
ZWW
HWW
KWW
NWD
ADPV
VD
INF
LV
MV

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

De wilde eenden zijn ongelooflijk mooi.
Wat is het gezegde?
A
NWG
B
WWG

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hij heeft jullie toetsen verbeterd.
Verdeel in zinsdelen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hij/ heeft/ jullie toetsen/ verbeterd.//
O
PV
ZWW
HWW
KWW
NWD
ADPV
VD
INF
LV
MV

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Hij heeft jullie toetsen verbeterd.

Wat is het gezegde?
A
NWG
B
WWG

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Zinsleer

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1
onderwerp - persoonsvorm - gezegde
pag. 185

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1
Duid onderwerp en persoonsvorm aan.
timer
2:00
pag. 185

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

pag. 185

Slide 17 - Slide

nadruk op ACTIES (WWG)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1c: Geef een zin met een naamwoordelijk gezegde.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Dat staat in het reglement van het tornooi.
A
NWG
B
WWG

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hermelien keek twijfelachtig naar het bord dat hij haar voorhield.
A
NWG
B
WWG

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Ze zouden de Cruciatusvloek nooit gebruiken tegen de kampioenen.
A
NWG
B
WWG

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Koekeroekus was opgetogen van opwinding bij het voorzicht dat hij een brief mocht bezorgen.
A
NWG
B
WWG

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefening 2
lijdend voorwerp
pag. 186

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke zinsdelen kunnen een lijdend voorwerp (LV) zijn?
timer
1:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke zinsdelen kunnen een lijdend voorwerp (LV) zijn?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Kies 2 woorden uit de oefening.
Maak 2 zinnen waarbij je steeds dat zinsdeel als LV gebruikt.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Oefening 3
bepaling
pag. 187

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

pag. 187
timer
2:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Verder oefenen
zelftest in cursus p. 188 (verbetering Smartschool)
remediëring / verdieping
timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Volledig stappenplan
Dit schema vind je ook terug op Smartschool 
(documenten >> hulpmiddelen).
Theorie Trajectwijzer
pag. 97 t.e.m. 105

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

NWG = ww + naamwoordelijk deel

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

stappenplan zinsontleding
  1. onderwerp (O) --> wie/wat + pv?
  2. WWG (actie) of NWG ('=' of ZWoBBeLS)?
  3. lijdend voorwerp (LV) --> wie/wat + wwg + o?
  4. meewerkend voorwerp (MV) --> aan wie/wat + pv + o? 
  5. bepaling (B) --> waar/wanneer/hoe/... + pv + o?

! geen LV in NWG --> naamwoordelijk deel (NWD)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Toets
Oefeningen op de toets:  zinsdelen aanduiden, juiste stelling aankruisen, zelf een tekstje schrijven (p. 193)

Hoe voorbereiden?
  1. Studeer het stappenplan van buiten: begrijp wat je leert!
  2. Oefenen: Bookwidgets (LV, B, zelftest), Diddit, cursus
    (verbetersleutels op Smartschool)
Theorie Trajectwijzer
pag. 97 t.e.m. 105

Slide 49 - Slide

This item has no instructions