Les 6b: Recepten

Les 6b: Recepten
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Les 6b: Recepten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesprogramma
Voorkennis ophalen

Uitleg 'Voorbereiding & snijtechnieken'
Uitleg 'recept'

Opdracht 'Broodje gezond'

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
- Ken je verschillende snijtechnieken en kun je deze uitleggen
- Weet je wat er komt kijken bij de voorbereiding in een horecakeuken
- Weet je hoe een recept is opgebouwd
- Kun je d.m.v. een stappenplan een broodje gezond maken

Slide 4 - Slide

Waar denk je aan bij het woord
'recept'?

Slide 5 - Mind map

Waarvoor en waarom heb je een recept nodig?

Slide 6 - Open question

Voorbereiding & snijtechnieken

Je bereid jouw gerecht en werkplek voor voor het maken 
van jouw product

Slide 7 - Slide

Mise-en-Place
is...
A
Voorbereiden van producten
B
Bereiden van producten
C
Bakken van producten
D
Opruimen van producten

Slide 8 - Quiz

Op de foto zie je de snijtechniek..
A
Julienne
B
Chinoise
C
Brunoise
D
Gesnipperd

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Op de foto zie je de snijtechniek..
A
Julienne
B
Chinoise
C
Brunoise
D
Gesnipperd

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Op de foto zie je de snijtechniek..
A
Julienne
B
Chinoise
C
Brunoise
D
Gesnipperd

Slide 13 - Quiz

Op de foto zie je de snijtechniek..
A
Julienne
B
Chinoise
C
Brunoise
D
Gesnipperd

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Op de foto zie je
A
Raspen
B
Schaven
C
Boren
D
Uitboren

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Op de foto zie je
A
Raspen
B
Schaven
C
Boren
D
Uitboren

Slide 18 - Quiz

Op de foto zie je
A
Raspen
B
Schaven
C
Boren
D
Uitboren

Slide 19 - Quiz

Welke schoonmaak-techniek
zie je op de foto?
A
Schillen
B
Wassen
C
Pellen
D
Plukken

Slide 20 - Quiz

Welke bereidingstechniek
zie je op de foto?
A
Roeren
B
Spatelen
C
Koken
D
Stomen

Slide 21 - Quiz

Welke bereidingstechniek
zie je op de foto?
A
Koken
B
Stoven
C
Bakken
D
Grillen

Slide 22 - Quiz

Welke bereidingstechniek
zie je op de foto?
A
Koken
B
Stoven
C
Bakken
D
Stomen

Slide 23 - Quiz

Bereidingstechnieken
* frituren
* braden
* smoren
* fruiten
* grillen
* koken
* wokken

Slide 24 - Slide

Wat is fruiten
A
Een stuk fruit bakken
B
Een product snel en op hoog vuur bakken
C
Een product frituren
D
Een product glazig bakken

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Recept
Uit het woordenboek Van Dale:

Slide 27 - Slide

Wat staat er in een recept?


De naam van het gerecht
Hoeveel tijd het kost om het gerecht te bereiden
Voor hoeveel personen het recept bedoeld is
Welke ingrediënten nodig zijn, en in welke hoeveelheden
Het gereedschap, zoals speciale pannen, die nodig zijn om het gerecht te bereiden
Een gedetailleerde beschrijving van de te nemen stappen tijdens de bereiding, waaronder de kooktijd of de oventemperatuur

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Hoeveel ons zit er in een pond?
A
100
B
1
C
5
D
50

Slide 30 - Quiz

Omrekenen van recepten

Niet elk recept maak je voor het aantal personen dat er op staat. Soms zul je het ook voor meer of minder mensen maken en moet je dus de hoeveelheden gaan omrekenen.

Slide 31 - Slide

Hoeveel centiliter gaat er in een liter?

Slide 32 - Open question

Hoeveel cl is 2,5 dl?
A
2500
B
25
C
250
D
25,00

Slide 33 - Quiz

Welke inhoudsmaat geeft de grootste hoeveelheid aan?
Zet de inhoudsmaten in de goede volgorde van groot naar klein.
Zet de grootste inhoudsmaat bovenaan en de kleinste onderaan.
125 cl
40 dl
900 ml
75 cl
0,8 l

Slide 34 - Drag question

Hoeveel gram is 0,04 kilogram
A
4 gram
B
40 gram
C
400 gram
D
4000 gram

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video

Op het menu staat Limburgse aspergesoep.
Je gaat de soep maken voor 20 personen.
In het recept voor 4 personen staat dat je 500 gram asperges nodig hebt. Je gaat het recept aanpassen.
Hoeveel kilo asperges heb je nodig voor 20 personen?
A
1 kilo
B
1,5 kilo
C
2 kilo
D
2,5 kilo

Slide 37 - Quiz

Voor een koud buffet maak je wraps met brie en een notenmelange. Je hebt een recept voor 10 personen. In dit recept staat dat je 150 gram notenmelange nodig hebt. Je verwacht 15 personen. Je gaat het recept omrekenen.
Hoeveel gram notenmelange heb je nodig voor 15 personen?
A
200 gram
B
225 gram
C
250 gram
D
275 gram

Slide 38 - Quiz

Keukengerei
Welke ken je en wat kun je er mee?

Slide 39 - Slide


A
Spatel
B
Mixer
C
Garde
D
Lepel

Slide 40 - Quiz

Wat is dit?
A
slabak
B
pan
C
vergiet
D
hoed

Slide 41 - Quiz


A
spatel
B
lepel
C
pannenlikker
D
pannenlikker

Slide 42 - Quiz

Wat is dit?
A
vliegenmepper
B
courgettemes
C
kaasschaaf
D
vleesmepper

Slide 43 - Quiz

Wat is dit?
A
lepel
B
pollepel
C
stamper
D
wc-borstel

Slide 44 - Quiz

Basismaterialen
Eetlepel                    Snijplank                   Kookpan, steelpan 
Koffielepel                Weegschaal             Braadpan
Theelepel                 Maatbeker                Koekenpan
Schilmes                  Beslagkom  
Dunschiller              Vergiet                          
Pollepel                    Kookwekker                    
Garde                        Pannenlikker

Slide 45 - Slide

Opdracht: Broodje gezond
Stap 1: Maak een recept voor 4 broodjes gezond
Stap 2: Maak eerst het recept passend voor het aantal 
Stap 3: Maak het broodje

Je krijgt hiervoor 45 minuten

Slide 46 - Slide