Verkleinwoorden

• Ned
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemorgen klas 1A!

Vandaag...

- Uitleg Spelling par. 5

- Spelling par. 3 en 4 nakijken

Huiswerk deze week:

- Spelling par. 5: verkleinwoorden - opdracht 1 t/m 5

Leerdoelen:

- Ik kan verkleinwoorden spellen

Noteer het verkleinwoord:

brug

Noteer het verkleinwoord:

film

Noteer het verkleinwoord:

ketting

Verkleinwoorden

- Een verkleinwoord is altijd een zelfstandig naamwoord.
- Verkleinwoorden zijn altijd het-woorden.
- Er zijn vijf uitgangen die een verkleinwoord kan hebben:
-je, -tje, -etje, -pje, -kje

Verkleinwoorden

Bij de meeste woorden voeg je -je, -tje of -pje toe.  bankje, , vogeltje, schuimpje

Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje. kettinkje, wandelingetje

Bij woorden die eindigen op een lange klank, verdubbel je de klinker. laatje,                                                                                                                                                    autootje

Bij woorden die eindigen op een -i, schrijf je ietje. taxietje

Bij woorden die eindigen op -y, schrijf je ’tje met apostrof. baby'tje 

Verkleinwoorden

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. Kano'tje
2. Kanotje
3. Kanoo'tje
4. Kanootje

Verkleinwoorden
Wat is juist?

1. radiootje
2. radio'tje
3. radiotje
4. radje

verkleinwoorden

1. Stemmetje is het verkleinwoord van stem.
2. Blaadje is het verkleinwoord van blad.

1. 1 = goed 2 = niet goed
2. 1= niet goed 2 = goed
3. 1 = goed 2 = goed
4. 1 =niet goed 2 = niet goed

Wat is het verkleinwoord van getal?

En nu...

Maak van spelling paragraaf 5:

- opdracht 1 t/m 5

Let op:

Dinsdag 22 oktober s.o. Spelling.

Leren: de groene theorie van paragraaf 1 t/m 5 

(dus op blz. 228, 230, 232, 234 en 236)