H4 Loonbelasting

H4 Loonbelasting
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H4 Loonbelasting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Agenda
Herhaling
Hoofdstuk 4
Theorie H4
Maken opdrachten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Loonbelasting is een voorheffing op de Inkomstenbelasting
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Loonbelasting is een directe belasting.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie is belastingplichtig voor de loonbelasting?
A
de werkgever
B
de werknemer

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wie is inhoudsplichtig voor de loonbelasting?
A
de werkgever
B
de werknemer

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Kan het UWV ook inhoudsplichtig zijn voor de loonbelasting?
A
Nee
B
Ja

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Loonbelasting
De loon – en inkomstenbelasting worden beide geheven over het inkomen van natuurlijke personen.


In hoofdstuk 2 en 3 hebben wij gezien dat het loon voor de inkomstenbelasting onderdeel is van het inkomen uit werk en woning in box 1. Toch vindt de heffing van belasting over het loon primair plaats op basis van een speciale wet. 

Wet op de loonbelasting 1964 




Slide 9 - Slide

Pagina 1524 Wetboek 
Voorheffing

De loonbelasting fungeert in het systeem als voorbelasting op de inkomstenbelasting.
Wat de werknemer in een kalenderjaar aan loon heeft verdiend, moet hij opnemen in zijn aangifte inkomstenbelasting.


Het bedrag dat al aan loonbelasting is voldaan, zal met de aanslag inkomstenbelasting worden verrekend, om zo dubbele belasting te voorkomen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wijze van belasting betalen
De heffing van de inkomstenbelasting vindt plaats op een andere manier dan die van de loonbelasting:



Inkomstenbelasting wordt door een belastingplichtige betaald, nadat hij zijn aangifte heeft ingediend en de aanslag is vastgesteld: aanslagbelasting.

Loonbelasting wordt ingehouden op het loon. Deze inhouding wordt verricht door een derde: de werkgever of een uitkeringsinstantie (de inhoudingsplichtige). De ontvanger van het loon heeft hier geen omkijken naar.

De loonbelasting wordt door de werkgever namens jou betaald ,zodra de aangifte loonbelasting is gedaan: Aangiftebelasting

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Belastingsubject
Artikel 1 Wet LB:
Onder de naam loonbelasting wordt (onder meer) van werknemers een directe belasting geheven (Waarom is dit een 'directe' belasting?) Omdat deze wordt gedragen door degene die haar betaalt. Dat wil zeggen dat je de belasting niet kunt afwentelen of doorberekenen aan een ander. Dit staat er dus los van dat de werkgever de LB al inhoudt en afdraagt.)


Artikel 2 Wet LB: 
Als werknemer voor de loonbelasting worden uitsluitend natuurlijke personen aangemerkt.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het gaat hierbij onder meer om de volgende rechtsverhoudingen
(zie art. 2 Wet LB):
  • Een privaatrechtelijke (tussen burgers onderling) of publiekrechtelijke dienstbetrekking (tussen overheid en een burger).
  • Een vroegere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking (b.v. pensioen).
  • Sociale verzekeringsuitkeringen. Deze inkomsten worden als loon aangemerkt,   b.v. WW en WWB (Participatiewet).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inhoudingsplichtig
De werknemer ontvangt loon van zijn werkgever. De werknemer moet daarover belasting betalen en is dus de belastingplichtige.


De werkgever is verplicht op het loon de loonbelasting in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst. De werkgever wordt dan ook de inhoudingsplichtige genoemd.


Bij sociale uitkeringen is de inhoudingsplichtige de instantie die de uitkering doet.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ben je een werknemer volgens de wet Loonbelasting?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag!
- Maken: Opdrachten 2 & 3 . 
- Lezen hoofdstuk 4.2

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het belastingobject: loon
Artikel 9 Wet LB e.v.:

Het voorwerp van de loonbelasting is het belastbaar loon.


Dit loon kan uit één of meer bronnen komen: het gaat om het gezamenlijk bedrag aan loon.


Er is een ruim loonbegrip in de wet opgenomen: al hetgeen door de werknemer wordt genoten, zowel uit tegenwoordige als uit vroegere dienstbetrekking

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het belastingobject 2
Onder het begrip loon vallen onder andere:
  • Het gewone loon
  • Vakantiegeld/ Overwerkuren
  • Winstuitdelingen (tantièmes)/De dertiende maand
  • Loon in natura (geen geld, maar goederen, telefoon, sommige kleding die je ook privé kunt   dragen)
  • Privégebruik van een ter beschikking gestelde auto (leaseauto van de zaak)
  • Uitkeringen op grond van sociale verzekeringswetten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Loon in natura
Loon in de vorm van het verstrekken van goederen of het verlenen van diensten.


De waarde van het bovenstaande dient bij het loon te worden opgeteld.


Bepalend is de waarde die het goed in het economische verkeer heeft (b.v. bij een wasmachine de winkelwaarde).

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aftrekbare kosten of vrije vergoedingen
De werkgever mag de werknemer bepaalde uitgaven belastingvrij vergoeden, zoals :

  • Werkkleding (en dan ook echt werkkleding!) 
  • Vakliteratuur 
  • consumpties tijdens werktijd die geen deel uitmaken van de maaltijd, zoals frisdrank, koffie en thee
  • vervoer- en reiskosten voor zover een eigen vervoermiddel wordt gebruikt en de vergoeding niet hoger is dan € 0,21 per   kilometer in 2023 en 0,23 ct per km in 2024
  • cursussen, congressen enzovoort, voor zover die strekken tot een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking
  • openbaarvervoerkosten kunnen onbelast vergoed worden als aangetoond wordt dat de werknemer daadwerkelijk met het openbaar vervoer heeft gereisd 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke van de onderstaande verstrekkingen vallen onder het begrip loon?
A
maandsalaris
B
overuren die je gewerkt hebt
C
het vakantiegeld
D
koffie en thee die je op je werk drinkt

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Valt de premie die de werkgever betaalt voor het ouderdomspensioen voor de werknemer onder het begrip loon?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Privegebruik leaseauto
Waarde privegebruik moet bij het loon worden geteld. Deze bijtelling heet autokostenforfait 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Als je de AOW leeftijd hebt bereikt, valt de AOW uitkering dan onder de loonbelasting? Ja / nee en licht toe.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Mag een werkgever de openbaarvervoerskosten volledig en onbelast vergoeden? Ja / nee en licht toe.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maken: opdrachten 4 en 5

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

4.4 Jaaropgave
Zelf bekijken. Neem goed de alinea over de heffingskorting door bij meerde arbeidsovereenkomsten.

Vervolgens: Ga aan de slag met opdracht 6, 7, 8 



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Jaaropgave
* Aan het begin van jaar moet de werkgever zorgen voor een jaaropgave van het loon over afgelopen jaar;
Begin 2025 heb je van je werkgever een jaaropgave ontvangen van je jaarloon van 2024.
* Daarin staat het totaal van alle betalingen die de werkgever heeft gedaan, inclusief de afgedragen loonheffing.

De werknemer heeft de jaaropgave (o.a.) nodig bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht  6 7 en 8 van H4.4

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?
J

Slide 33 - Slide

This item has no instructions