Herhalen zins- en alineaverbanden
1 Uitspraak-opsomming
Er wordt iets gezegd, waarna hiervan een opsomming wordt gegeven.
Signaalwoorden: ook, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast, en, tenslotte, verder
2 Uitspraak-tegenstelling
Er wordt het tegenovergestelde gezegd van iets wat eerder is genoemd.
Signaalwoorden: daarentegen, maar, toch, van de ene kant,....van de andere kant, echter, desalniettemin, enerzijds, anderzijds
3 Uitspraak-voorbeeld
Er wordt een voorbeeld gegeven van iets wat eerder is genoemd.
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zoals, zo, neem..