5.2 - B - Europa wordt christelijk


5.2 - Europa wordt
 christelijk

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


5.2 - Europa wordt
 christelijk

Slide 1 - Slide

Planning
  • Christelijke cultuur
  • Kerkelijke hiërarchie
  • Leven in een klooster
  • Huiswerk bespreken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe Germaanse tradities bleven bestaan. 

  • Je kunt uitleggen waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving.  

Slide 3 - Slide

Frankische soldaten beschermden Willibrord en zijn missionarissen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Heidenen is een ander woord voor christenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 6 - Quiz

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video


Christelijke cultuur? 

  • Desondanks de bekering bleven de Germanen hun eigen feesten vieren. De kerk besloot daarom de Germaanse feesten te koppelen aan het christendom
  • Kerst werd voortaan gevierd tijdens het midwinterfeest en de wederopstanding van Jezus werd gekoppeld aan het lentefeest (Pasen). 
  • Onze dagen zijn nog steeds gekoppeld aan Germaanse goden. 
Leerdoel 1

Slide 9 - Slide

Kerkelijke 
hiërarchie

  • Geestelijken moesten de paus gehoorzamen
  • Kerkelijke regels.
  • Elke zondag naar de kerk.
  • De geestelijkheid had veel invloed in de samenleving
    De geestelijkheid hielp mensen dingen te verklaren
    die zij niet begrepen.
Paus
   Aartsbisschop
               Pastoors
             Gewone gelovigen
Stond aan het hoofd van de katholieke kerk. 
Was het hoofd van de kerkprovincie.
            Bisschop
Was het hoofd van de kerkprovincie.
Hoofd van een parochie
Konden niet lezen en schrijven en waren dus afhankelijk van geestelijken als het gaat om het interpreteren van de bijbel. 
Leerdoel 2

Slide 10 - Slide

Leven in een klooster
  • Sommige geestelijken leefden gescheiden van de samenleving zoals monniken en nonnen.  

  • Zij leefden meestal in een klooster en mochten soms dat klooster niet verlaten, maar in armoede leven, werken en bidden

  • Het werken bestond vaak uit overschrijven van christelijke teksten. 
Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen
Leerdoel 2

Slide 11 - Slide

In de kloosters zag je veel kunst, monikken maakten dat zelf. Deze kunst moest ervoor zorgen dat iedereen zag hoe groot en goed God was. Hier zie je een gouden kruis en links staat een prachtig beeld.
Naast kunt deden de monikken en nonnen ook aan wetenschap. Zij onderzochten de wereld en het klooster was voor kinderen de enige plek waar zij les konden krijgen, een soort school dus.
In de middeleeuwen konden maar weinig mensen lezen en schrijven. Gelukkig konden de monikken en nonnen dat wel! In de kantlijn maakten zij vaak mooi en grappige tekeningen over het dagelijksleven. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video


Aantekeningen

  • Germaanse feesten werden gekoppeld aan christelijke feest zoals Pasen en Kerstmis. 
  • Het christendom had een bepaalde hiërarchie. Bovenaan stond de paus, dan de aartsbisschop, de bisschop, een pastoor en dan de gelovigen. De mensen moesten de geestelijken gehoorzamen. Zij waren ook de enigen die de Bijbel konden uitleggen omdat zij konden lezen en schrijven. Sommige geestelijken leefden afgezonderd van de samenleving zoals monniken en nonnen. 

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken

  • Bespreken van de opdrachten 1, 3, 4b, 5, 6, 7. 

  • Ben je klaar? Werk dan aan de herhalingsopdrachten van pagina 139.

Slide 15 - Slide