Thema 3 zonder vragen

Thema 3 : De bloedsomloop
B Janssen
1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Thema 3 : De bloedsomloop
B Janssen

Slide 1 - Slide

LES 1
Huiswerk was: niks
Huiswerk wordt: 3.1

Slide 2 - Slide

Wat: Thema 3.1
Tijd:
Welkom
3 min
Presentator:
- Terugblik
- Leerdoel vorige les
2 min
Instructie
Uitleg: Thema 3.1.
15
Aan de slag!
MakenHW: 
Thema 3 basisstof  1
Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.
15
Afsluiting
Leerdoelen behaald?

5

Slide 3 - Slide

Vorige keer & Vandaag
Leerdoelen vorige keer
Was er niet

Leerdoelen vandaag
3.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 4 - Slide

1/4
Wat doet bloed?
Transport van stoffen.
VB: zuurstof, glucose, CO2 etc.

Waaruit bestaat bloed?
55% = bloedplasma
45%= bloed-cellen + -plaatjes


Slide 5 - Slide

2/4
Bloedplasma (55% van het bloed)
Bestaat uit:
7% eiwitten
91% water
2% opgeloste stoffen

Opgeloste stoffen: voedingsstoffen, afvalstoffen e.d.

Slide 6 - Slide

3/4
Bloedplaatjes: Stukjes kapotte cel. Geen kern. Helpen met bloedstolling

Witte bloedcellen
Wél celkern
Eten bacteriën en virussen
Kunnen de bloedbaan uit


Slide 7 - Slide

4/4
Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof.
Geen celkern.

 Hemoglobine: rode stof in rode bloedcel die zuurstof vast kan houden

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Thema 3 basisstof 1

Slide 9 - Slide

Vandaag & Volgende keer
Leerdoelen vandaag
3.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Leerdoelen volgende keer
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 10 - Slide

Einde
Huiswerk: 3.1

Slide 11 - Slide

LES 2
Huiswerk was: 3.1
Huiswerk wordt: 3.2

Slide 12 - Slide

Wat: Thema 3.2
Tijd:
Welkom
3 min
Presentator:
- Terugblik
- Leerdoel vorige les
2 min
Instructie
Uitleg: Thema 3.2
15
Aan de slag!
MakenHW
Thema  3 basisstof 2
Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.
15
Afsluiting
Leerdoelen behaald?

5

Slide 13 - Slide

Vorige keer & Vandaag
Leerdoelen vorige keer
3.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Leerdoelen vandaag
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 14 - Slide

1/4
bloedvatenstelsel: alle bloedvaten in het lichaam en het hart

bloedsomloop: de weg die het bloed door het lichaam aflegt


Slide 15 - Slide

2/4 3 typen bloedvaten
Slagader: Van het hart weg. Dik en gespierd. Veel druk.

Haarvaten: uitwisselen van stoffen met organen.
Wand = 1 cel dik. Lage druk

Aders: Naar het hart toe. Dun, soms met kleppen. Weinig druk.

Slide 16 - Slide

3/4 Namen bloedvaten

Naar het orgaan toe?
orgaan + slagader
Weg van het hart = hartslag

Van het orgaan weg?
orgaan + ader
naar het hart = geen hartslag




UITZONDERINGEN
Aorta = hoofdbuis van hart weg
Holle ader (bovenste/onderste= Hoofdbuis naar het hart

Poortader: gaat vanuit dunne darm éérst naar de lever.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

4/4
Kleine bloedsomloop: De route van hart naar longen naar hart
Grote bloedsomloop: De route van hart naar lichaam naar hart
Dubbele bloedsomloop: Als je beide hebt. 

Sommige dieren hebben geen dubbele maar een enkele.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Thema 3 basisstof 2

Slide 20 - Slide

Vandaag & Volgende keer
Leerdoelen vandaag
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Leerdoelen volgende keer
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Slide 21 - Slide

Einde
Huiswerk: 3.2

Slide 22 - Slide

LES 3
Huiswerk was: 3.2
Huiswerk wordt: 3.3

Slide 23 - Slide

Wat: Thema 3.3
Tijd:
Welkom
3 min
Presentator:
- Terugblik
- Leerdoel vorige les
2 min
Instructie
Uitleg: Thema 3.3
15
Aan de slag!
MakenHW: 
Thema 3 basisstof 3
Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.
15
Afsluiting
Leerdoelen behaald?

5

Slide 24 - Slide

Vorige keer & Vandaag
Leerdoelen vorige keer
3.2.2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.2.4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Leerdoelen vandaag
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Slide 25 - Slide

1/4 Het hart
PRO TIP: Links en rechts gaat vanuit het onderwerp. Niet vanuit jou! 
Hart verdient als eerste bloed met zuurstof.
Kransslagaders: bloedvat uit de aorta over het hart met zuurstof
Kransaders: Bloedvat vanuit het hart naar de holle ader zonder zuurstof.


Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

2/4 Binnenkant
Harttussenwand: wandje tussen links en rechts.

Holle aders met zuurstof arm bloed komen uit in:  rechterboezem -> rechterkamer -> longslagader -> longen
Daar wordt het Zuurstof rijk en CO2 arm




Slide 28 - Slide

3/4 Binnenkant
Longaders komen terug met zuurstof rijk bloed in de  linkerboezem -> linker kamer -> aorta -> lichaam

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

4/4
Hartkleppen: Voorkomen terugstromen bloed
Halvemaanvormige kleppen: kleppen aan begin van longslagader en aorta


Slide 31 - Slide

Halvemaanvormige kleppen

Slide 32 - Slide

Aan de slag
Thema 3 basisstof 3

Slide 33 - Slide

Vandaag & Volgende keer
Leerdoelen vandaag
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Leerdoelen volgende keer
3.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 34 - Slide

Einde
Huiswerk: 3.3

Slide 35 - Slide

LES 4
Huiswerk was:3.3
Huiswerk wordt: 3.4

Slide 36 - Slide

Wat: Thema 3.4
Tijd:
Welkom
3 min
Presentator:
- Terugblik
- Leerdoel vorige les
2 min
Instructie
Uitleg: Thema 3.4
15
Aan de slag!
MakenHW: 
Thema 3 basisstof 4
Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.
15
Afsluiting
Leerdoelen behaald?

5

Slide 37 - Slide

Vorige keer & Vandaag
Leerdoelen vorige keer
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.


Leerdoelen vandaag
3.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 38 - Slide

1/4
Uitscheiding: proces waarbij afvalstoffen uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd.
Nieren: organen die de afvalstoffen uit het bloed halen
Nierschors -> Niermerg -> 
Nierbekken -> Urineleider ->
Urineblaas -> Urinebuis

Slide 39 - Slide

2/4
Lichaamsvreemde stoffen: alle stoffen die niet in het lichaam horen, en waarvan je ziek kunt worden.
Virussen en bacteriën zijn lichaamsvreemd. Maar een splinter bijv. ook.

3 manieren om het tegen te houden
1 Huid -> ondoordringbare bovenlaag die alles tegenhoud
2 Slijmvliezen in de luchtwegen -> vangen de stoffen op. Kunnen dmv  witte bloedcellen al doden
3 Zoutzuur in het maagsap -> dood alles wat er langs komt. Slijm uit neus en keer komt hier ook.







Slide 40 - Slide

3/4
Antistoffen: stoffen die ziekteverwekkers onschadelijk maken
Antistoffen werken als sleutel slot systeem. 
1 type antistof voor 1 type virus


Slide 41 - Slide

4/4
Bij de eerste infectie moet het lichaam nog ontdekken welke antistof matcht met de ziekteverwekker.
Bij een allergie denk je lichaam dat een ongevaarlijke stof tóch gevaarlijk is.
Hooikoorts: je lichaam denkt dat plantenstuifmeel super gevaarlijk is.

Slide 42 - Slide

Aan de slag
Thema 3 basisstof 4 en 5

Slide 43 - Slide

Vandaag & Volgende keer
Leerdoelen vandaag
3.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Leerdoelen volgende keer
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Slide 44 - Slide

Einde
Huiswerk:  3.4 en 3.5

Slide 45 - Slide

LES 5
Huiswerk was: 3.4 en 3.5
Huiswerk wordt: 3.6

Slide 46 - Slide

Wat: Thema 3.5
Tijd:
Welkom
3 min
Presentator:
- Terugblik
- Leerdoel vorige les
2 min
Instructie
Uitleg: Thema 3.5
15
Aan de slag!
MakenHW: 
Thema 3 basisstof 5
Klaar? Test jezelf, flitskaarten, biologiepagina.
15
Afsluiting
Leerdoelen behaald?

5

Slide 47 - Slide

Vorige keer & Vandaag
Leerdoelen vorige keer
3.4.7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
Leerdoelen vandaag

3.6.10 Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

Slide 48 - Slide

1/4
Bloeddruk: hoeveel kracht je hart kan leveren + hoe gezond je bloedvaten zijn.
In rust = lagere bloeddruk -> zuurstof en voedingsstoffen hebben geen haast
Inspanning = hogere bloeddruk -> want meer zuurstof en voedingsstoffen nodig in de organen

Slide 49 - Slide

2/4
slagaderverkalking: verdikking van bloedvaten door ophoping van kalk

Als het bloedvat verstopt is -> alles er achter krijgt geen bloed -> sterft af.


Slide 50 - Slide

Aan de slag
Thema 3 basisstof 5

Slide 51 - Slide

Vandaag & Volgende keer
Leerdoelen vandaag
3.5.8 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
3.5.9 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Leerdoelen volgende keer
3.6.10 Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.

Slide 52 - Slide

Einde
Huiswerk: 3.5

Slide 53 - Slide