1.3 denken en doen

1.3 Denken en doen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1.3 Denken en doen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet: 
  • hoe vereerden
    boeren hun voorouders 
  • Waarom vereerden boeren goden in de natuur
  • Waardoor waren de verschillen tussen jager-verzamelaars klein
  • hoe werden de verschillen tussen boeren groter 

Slide 2 - Slide

Gevolgen van de landbouwrevolutie
  • Mensen stoppen te leven als nomaden

  • Er ontstaan steden: landbouwsamenleving

  • Mensen krijgen meer bezittingen

  • Er ontstaat meer ongelijkheid: de één heeft meer bezittingen dan een ander.

Slide 3 - Slide

Dood en begraven

Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

Doden kregen bezittingen mee: mensen geloven in het hiernamaals  en leven na de dood
Deze vondsten geven inzicht in de cultuur van deze boeren.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná de landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 6 - Quiz

Natuurgodsdienst
- Boeren vereerden gebeurtenissen in de natuur. 

- Ze vereerden bijvoorbeeld de maan, de bliksem, een rivier of een grote boom. 

- Zo’n geloof heet: natuurgodsdienst.

- Waarom: Mensen begrepen veel dingen in het leven niet, zoals onweer, bliksem of droogte. 

Slide 7 - Slide

Verschillen tussen jager-verzamelaars
Weinig verschil ➡ waarom?
✔ Weinig bezittingen
✔ Erg afhankelijk van de groep
✔ Verschil in aanzien (waardering) was niet zo groot
✔ Een hoofdman had weinig macht over de groep

Slide 8 - Slide

Grote verschillen tussen boeren
De verandering van het leven als jager-verzamelaars naar het leven als boeren was groot!
Je had rijke en arme boeren in een landbouwsamenleving.
Er kwam ongelijkheid in bezit, aanzien en macht.

Deze sociale verschillen leidde soms tot jaloezie en ruzie.




Slide 9 - Slide

Pak je leerwerkboek
  • Maak de opdrachten van paragraaf 1.3

Slide 10 - Slide