Boekverslag

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips

Slide 1 - Slide

Wat moet er allemaal in een boekverslag?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Algemeen
Het moet aan de eisen voldoen, anders krijg je geen punten voor dat onderdeel.
Extra dingen mogen er natuurlijk altijd bij.

Ieder hoofdstuk op een nieuwe bladzijde.
1. Voorkant
2. Praktische gegevens
3. Inhoudsopgave
4. Personen/ tijd/ plaats
5. Samenvatting
6. Eigen mening

Slide 5 - Slide

Wat is plagiaat controle?
A
Nooit van gehoord!
B
Controleren of je tekst niet van je buurman hebt gejat.
C
Checken of niet alle tekst van internet komt
D
Kun je dat eten?

Slide 6 - Quiz

Voorkant
Plaatje

Titel/Schrijver

Naam

Klas

Zie bijlage

Slide 7 - Slide

Inhoudsopgave

Jouw inhoudsopgave is die van jouw boekverslag, niet van jouw gelezen boek!!!

Hoofdstuk - Titel- Bladzijde nummer.

Zie bijlage

Slide 8 - Slide

Wat is een inhoudsopgave?

Slide 9 - Open question

Praktische gegevens
                                        Vertel wat over:
Titel, Schrijver,
Uitgever, Bladzijdes,
Hoofdstukken,
Druk ( evt. jaar van uitgave), Illustrator/ Tekenaar ( denk aan voorpagina),
Lettertype
EVT:
Andere boeken
Problematiek, Recensies

Je mag hier ook meer over schrijver kwijt. ( Dat mag je van internet halen)  

Slide 10 - Slide

Personen
Plaats
TIJD
Je vertelt hoe iemand is (karakter) verlegen, brutaal.. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom. Doe dit ook voor de andere hoofdpersonen.
 Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden zijn.
Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. 

Slide 11 - Drag question

Personen/ tijd en plaats
Personen:   Je vertelt hoe ze is ( haar karakter) verlegen, brutaal.. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom.
Doe dit ook voor de andere hoofdpersonen.
Tijd: Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden.
Zet er altijd bij waarom jij dit denkt. Kan door kleding, muziek, gebruiksvoorwerpen, of gewoon een stuk in de tekst zijn.

Plaats
:Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. Hoe weet jij dat. Wat stond erover in de tekst?
HET BLIJFT VAAK BIJ: Het verhaal speelt in Nederland. Het belangrijkste is echter: Hoe weet jij dat. Dan zie ik of je het gelezen hebt!!!

Slide 12 - Slide

Samenvatting
Doe dit in 25 regels! Je moet ook kunnen weglaten. Dialogen ( gesprekjes) komen niet in samenvatting voor.
Eindig NOOIT met: Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!!

Ook zie ik vaak alleen een stuk van het eerste hoofdstuk uitgebreid en verder een zin over einde. ( Aan het einde komt alles weer goed)
.
Maak regels vol. Ga niet centreren, of met iedere nieuwe zin op nieuwe regel beginnen!

Begin met hoofdletter en eindig met punt en gebruik je spellingscontrole!! 

Slide 13 - Slide

Waar moet een samenvatting aan voldoen?
A
25 regels, maak regels vol, spellingscontrole
B
10 regels, lege regels, taalfouten
C
25 regels, als u dit leest..
D
Spellingscontrole

Slide 14 - Quiz

Wat mag er NOOIT in het boekverslag staan?
Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het hele verslag lezen.
Als u dit leest, bent u slim.
Het boek eindigt met ...
Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!

Slide 15 - Poll

Eigen mening
Drie vragen moet je zeker beantwoorden:

1. Vind je de titel goed gekozen? Ook waarom.
2. Is het jongensboek of meisjesboek? Ook waarom. (Of is het voor allebei?)
3. Zou je het een ander aanraden om te lezen? ( Waar moet je van houden als je dit boek leest?)

Slide 16 - Slide

Wat is een eigen mening?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Video

Opmaak
Je kunt voor de stijl (de opmaak) van je document verschillende opties kiezen.
• Klik op Start.
• Kies in het tabblad Stijlen een opmaak.
• Bijvoorbeeld voor een Inhoudsopgave Kop1.
Om je werkstuk in hoofdstukken in te delen geef je elk hoofdstuk een kop.
Dan kun je later een Inhoudsopgave maken.
Selecteer de tekst waarvan je een koptekst wilt maken. Klik in het blok stijlen op: Kop1, Kop2 of Kop 3.

Slide 19 - Slide

Opmaak 2 inhoudsopgave
Opmaak 3 voorblad

Slide 20 - Slide

Opmaak 3 voorkant 2
Opmaak 4 bladzijdenummers

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link