This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lekker Rekenen!
Pen en papier
Rekenmachine
Rekenkaart
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Rekenen met afname en toename in procenten
Toegepast rekenen met afname en toename in procenten
Slide 3 - Slide
Pak pen en papier
- maak rekensommen als nodig
- schrijf de antwoorden op
Slide 4 - Slide
Rekenstrategieën
- Rekenen met procenten via 1%.
- Verhoudingstabel
Slide 5 - Slide
1. Judith koopt een abonnement voor de sportschool van € 35,50 met 20% korting. Haar werkgever betaalt 40% van de kosten voor het abonnement.
Hoeveel moet Judith zelf nog voor het abonnement voor de sportschool betalen?
Slide 6 - Open question
2. Jens gaat op zijn zeventiende verjaardag naar Teenage Dream. Hij koopt een broek ter waarde van € 59,50. De broek is 20% afgeprijsd.
Hoeveel moet Jens voor de broek betalen?
Slide 7 - Open question
3. Lianne krijgt 30% korting op een telefoonhoesje. Ze krijgt € 8,76 korting.
Hoeveel moet Lianne betalen?
Slide 8 - Open question
4. Melvin koopt de broek en de sporttas. Hij heeft een kortingscode voor de webshop en hij krijgt 15% korting op zijn aankopen.
Hoeveel moet Melvin betalen?
Slide 9 - Open question
5. Jelmer koopt 4 fotokalenders voor zijn familie. Hij krijgt nog eens 10% korting met een kortingscode voor nieuwe klanten.
Hoeveel procent korting krijgt Jelmer in totaal? Rond het antwoord af op hele procenten.
Slide 10 - Open question
Rekenstrategieën
1. Bekijk de titel.
2. Bekijk de koppen of titels van verschillende onderdelen.
3. Bekijk hoe er gebruik is gemaakt van beeld, kleuren en lijnen.
Slide 11 - Slide
6. Jorrit koopt 2 brillen. Zonder de actie kosten 2 brillen € 138,98.
Hoeveel procent korting krijgt Jorrit? Rond het antwoord af op hele procenten.
Slide 12 - Open question
7. Hoeveel kost de wasmachine inclusief btw?
Slide 13 - Open question
8. John koopt in Engeland een trui die omgerekend in euro’s normaal € 57,20 kost. Hij krijgt 20% korting op de trui. Zijn bank rekent 0,5% toeslag op het bedrag, omdat hij in Engeland pint.
Hoeveel betaalt John in totaal?
Slide 14 - Open question
9. Marion koopt de paprika’s en krijgt een extra kassakorting van 20%.
Hoeveel moet Marion betalen voor de paprika’s?
Slide 15 - Open question
10. Bachira koopt het fitnesspakket.
Hoeveel moet Bachira betalen?
Slide 16 - Open question
11. Cato heeft een kapsalon. Vóór 1 januari kostte een knipbeurt € 39 inclusief 6% btw. Op 1 januari is het btw-tarief verhoogd naar 9%. Cato rekent de btw-verhoging door in haar prijzen.
Hoeveel kost een knipbeurt inclusief btw vanaf 1 januari?
Slide 17 - Open question
12. Hoeveel gram suiker zit er in de fles cola?
Slide 18 - Open question
13. Ferry gaat ramen lappen. Hij doet 16 minuten over de ramen op de begane grond. Over de ramen op de eerste verdieping doet hij 25% langer. Over de ramen op de tweede verdieping doet hij 25% langer dan over de ramen op de eerste verdieping.
Hoeveel minuten is Ferry in totaal bezig?
Slide 19 - Open question
14. Gamerz koopt de spellen in voor € 47,50.
Hoeveel procent hoger is de verkoopprijs vandaag dan de inkoopprijs? Rond het antwoord af op 1 decimaal
Slide 20 - Open question
15. Levi ontvangt maandelijks € 1.115 salaris inclusief 12% onregelmatigheidstoeslag. Vanaf 1 augustus wordt de onregelmatigheidstoeslag verhoogd naar 15%.
Hoeveel ontvangt Levi maandelijks vanaf 1 augustus?
Slide 21 - Open question
16. Sem drinkt 300 ml vers sinaasappelsap. In vers sinaasappelsap zit 82% meer vitamine C dan in de sinaasappeldrank van Sapje. De aanbevolen dagelijkse hvh vitamine C is 75 mg. Hoeveel procent meer vitamine C heeft Sem binnengekregen dan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid? Rond het antwoord af op hele procenten.
Slide 22 - Open question
17. Hoeveel kost één T-shirt zonder korting?
Slide 23 - Open question
18. Een week na deze actie heeft het Koffiehuis een nieuwe actie waarbij je 25% korting krijgt op een verpakking koffiecups van Eleganta.
Hoeveel kost een verpakking Eleganta tijdens de nieuwe actie?
Slide 24 - Open question
19. Mette bestelt op eerste paasdag tijdens de coronacrisis voor zichzelf en haar 4 gezinsleden saté ’t Vliegertje.
Hoeveel moet Mette betalen?
Slide 25 - Open question
20. Mandy boekt nu voor 2 personen een week vakantie op Tenerife. De prijs van de reis bestaat uit boekingskosten en een prijs per persoon per nacht.