Plagiaat: Voorkomen is beter dan genezen

Plagiaat: Voorkomen is beter dan genezen

Leerdoel

Aan het einde van deze les kunnen studenten de definitie van plagiaat geven, begrijpen wat de gevolgen zijn en weten hoe ze plagiaat kunnen voorkomen.

Wat weet je al over plagiaat?

Wat is plagiaat?

Plagiaat is het overnemen van iemands werk, ideeën, woorden, afbeeldingen, etc. zonder toestemming en zonder de bron te vermelden.

Gevolgen van plagiaat

De gevolgen van plagiaat kunnen ernstig zijn, zoals het verlies van geloofwaardigheid, academische straffen en juridische consequenties.

Plagiaat voorkomen: bronvermelding

Een manier om plagiaat te voorkomen is door altijd je bronnen te vermelden. Gebruik citaattekens bij directe citaten en geef altijd de juiste referenties.

Plagiaat voorkomen: parafraseren

Een andere manier om plagiaat te voorkomen is door informatie in je eigen woorden te herschrijven. Dit heet parafraseren.

Plagiaat voorkomen: planning en tijdmanagement

Een goede planning en tijdmanagement kunnen helpen bij het voorkomen van plagiaat. Begin op tijd aan opdrachten en neem voldoende tijd voor onderzoek en schrijven.

Plagiaat voorkomen: controleer je werk

Controleer altijd je werk op plagiaat voordat je het inlevert. Gebruik plagiaatdetectiesoftware en controleer of je alle bronnen correct hebt vermeld.

Oefening: Plagiaat herkennen

Bekijk de voorbeelden en bepaal of er sprake is van plagiaat of niet. Bespreek je antwoorden in groepjes.

Originele tekst (bron A):

"In 1492, Christopher Columbus set sail from Spain with the goal of reaching Asia by traveling west. He mistakenly landed in the Americas, a continent previously unknown to Europeans."

Mogelijk plagiaat (bron B):

"In 1492, Christopher Columbus embarked on a voyage from Spain with the aim of reaching Asia by heading west. However, he accidentally stumbled upon the Americas, a continent that was previously unfamiliar to Europeans."

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.