Les op 6 oktober 2024

Voorbereiding op het SE Tekstinzicht
Lezen in Boek 1
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voorbereiding op het SE Tekstinzicht
Lezen in Boek 1

Slide 1 - Slide

Bestuderen voor het SE Tekstinzicht
1. Cursus 10:  Eindexamen
2. Cursus 6: Argumenteren
Blz. 28/29: signaalwoorden en functiewoorden

Je kunt formuleren en spellen en je blijft dit jaar werken aan
het vergroten van jouw woordenschat

Slide 2 - Slide

Nu: lees/bestudeer minimaal 10 minuten:
Je hebt leesboek 1 en een schrift bij je.
Bestudeer in NN Cursus 10: Blz. 322 t/m 337.
Maak in NN Cursus 10: Blz. 329 t/m 331: Opdr. 3 t/m 6 
(Je antwoorden staan in een schrift).

Slide 3 - Slide

Hij (verbreden; pvtt) de weg.
A
verbreed
B
verbreet
C
verbreedt

Slide 4 - Quiz

Hij (verbreden; pvvt) de weg.
A
verbrede
B
verbredde
C
verbreede
D
verbreedde

Slide 5 - Quiz

De onlangs door hem (verbreden) weg zag er prachtig uit.
A
verbrede
B
verbredde
C
verbreede
D
verbreedde

Slide 6 - Quiz

Tijdens het SE en het CSE moet je zo min mogelijk woorden afkorten.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Schrijf de afkorting 'enz.' voluit:

Slide 8 - Open question

Schrijf de afkorting 'etc.' voluit:

Slide 9 - Open question

Als de opdracht is: 'Citeer een tekstfragment', dan moet je een tekstdeel citeren dat groter is dan...
A
één zin
B
twee zinnen
C
drie zinnen

Slide 10 - Quiz

Als er staat: 'Citeer een zinsnede', dan moet je een ...
A
zin citeren
B
zinsgedeelte citeren
C
één woord citeren

Slide 11 - Quiz

De hoofdgedachte 'De salarissen van voetbalvrouwen zijn veel lager dan die van mannen' is een ...
A
constatering
B
standpunt

Slide 12 - Quiz

Stuur jij hem morgen een mailtje?
Ja mevrouw, dat .......
A
zou ik doen.
B
zal ik doen.

Slide 13 - Quiz

Na lang aarzelen, heeft hij die beslissing...
A
gemaakt
B
genomen

Slide 14 - Quiz

Doelen deze les:
Je beheerst de werkwoordspelling
Je kunt citeren
Je kunt formuleren

Slide 15 - Slide

'Hij is in 1 keer geslaagd voor zijn examen Nederlands. Hij lijkt schatplichtig te zijn aan de inspanningen van mevrouw Hakkert.'
Wat betekent 'schatplichtig zijn aan'?

Slide 16 - Open question

Opdracht 3.1: Citeer het woord uit de alinea's 8 t/m 11 waarin het oordeel over deze opvatting het best naar voren komt.

Slide 17 - Open question

Vraag 3.2: Citeer het tekstfragment
‘Waarom zou een zichzelf respecterend nieuwsmedium überhaupt geïnteresseerd in ze zijn? Dat nu blijkt een volkomen
achterhaalde gedachte.’ (regels 158-162)

'Waarom zou ... achterhaalde gedachte.' (regels 158 t/m 162)

Slide 18 - Slide

‘Dat nu blijkt een volkomen achterhaalde gedachte.’ (regels 161-162) 
‘Dieren schrijven daarentegen geen boeken, ze maken geen films, ze handelen niet in goederen en ze doen geen uitvindingen. Waarom zou een zichzelf respecterend nieuwsmedium überhaupt geïnteresseerd in ze zijn? Dat nu blijkt een volkomen achterhaalde gedachte.’ (regels 155-162)

Slide 19 - Slide

Opdracht 4: Citeer twee, niet opeenvolgende zinnen waaruit blijkt wat dit schatplichtig zijn inhoudt.
‘Als de supermarkten … van het statiegeld. (regels 20-25)

‘In ruil voor … de Tweede Kamer.’ (regels 50-53)


 

Slide 20 - Slide

5.1: Leg in eigen woorden uit wat met dit nieuwe dogma wordt
      bedoeld. (Niet meer dan 20 woorden!)
(Met dit nieuwe dogma wordt bedoeld dat) een mens net zo veel waard is als een dier. (10 woorden)

Hiermee wordt bedoeld dat de mens ook maar een dier is. 
(11 woorden)


Slide 21 - Slide

5.2: Waarom is dit merkwaardig?
(Dit is merkwaardig, omdat) er zelden iets ongewoons in het dierenrijk gebeurt en alleen het ongewone is nieuwswaardig.
(14 woorden)

Slide 22 - Slide

6. Waarom moet het statiegeldsysteem gehandhaafd
    blijven?
• Statiegeld zorgt ervoor dat mensen flessen inleveren en
   daardoor komt er minder zwerfafval. (13 woorden)

Goed voor 1 scorepunt: 
Statiegeld zorgt ervoor dat er minder zwerfafval komt. /
Statiegeld zet mensen aan tot milieuvriendelijk gedrag.

Slide 23 - Slide