Les 4 - Samenhang kilogram en gram

Gewicht
1 / 11
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gewicht

Slide 1 - Slide

Les 4 - Samenhang kilogram en gram
Doel: 
Ik weet hoeveel gram er in een kilo zit.​
Ik kan (om)rekenen met g en kg.

Slide 2 - Slide

Les 4 - Samenhang kilogram en gram
To do:
  • Instructie en inoefenen
  • Boek: Gewicht t/m blz. 39
  • Liedje 'kilo, pond en ons'.

Slide 3 - Slide

Instructie
Afkortingen:​
Kilogram =  kg             bijvoorbeeld een pak suiker​
Gram =   g                    bijvoorbeeld een velletje papier​
Milligram = mg           wordt bijvoorbeeld gebruikt bij​
                                      medicijnen, is maar heel weinig


Slide 4 - Slide

Instructie
Hoeveelheden:
1 kg = 1000 g




Slide 5 - Slide

Instructie
Notatie:​

15,5 kg​
Voor de komma: hele kilo's​
Achter de komma: de grammen​
Dus: 15 kg en 500 g​
1 kg is 1000 g, dus 0,5 kg is 500 g




Slide 6 - Slide

Instructie
1000 gram is een kilo



500 g is een halve kg en noem je ook wel 1 pond


100 g noem je ook wel 1 ons​

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Oefenen
Iedereen krijgt een wisbordje. De docent noemt verschillende gewichten in kilo's (kg). Jullie schrijven op je wisbordje hoeveel gram (g) dat is.




Je laat je wisbordje op de tafel liggen totdat de docent zegt dat je het kunt laten zien. 

Slide 9 - Slide

Oefenen
Iedereen krijgt een wisbordje. De docent noemt verschillende gewichten in gram (g). Jullie schrijven op je wisbordje hoeveel kilo (kg) dat is.




Je laat je wisbordje op de tafel liggen totdat de docent zegt dat je het kunt laten zien. 

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
Werkboek doorwerken t/m pagina 39
Klaar?
Werkbladen (kopieën)
Klaar?
Squla

Slide 11 - Slide