This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Gewicht
Slide 1 - Slide
Les 5 - Samenhang gram en milligram
Doel: Ik weet hoeveel milligram er in een gram zit.
Ik kan (om)rekenen met g en mg.
Slide 2 - Slide
Les - Samenhang gram en milligram
To do:
Instructie en inoefenen
Boek:
Slide 3 - Slide
Instructie
Afkortingen:
Gram = g bijvoorbeeld een velletje papier
Milligram = mg wordt bijvoorbeeld gebruikt bij
medicijnen, is maar heel weinig (eigenlijk zelfs microgram...)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Instructie
Hoeveelheden:
1 g = 1000 mg
Slide 6 - Slide
Instructie
Notatie:
15,5 gram
Voor de komma: hele grammen
Achter de komma: de milligrammen
Dus: 15 g en 500 mg
1 g is 1000 mg, dus 0,5 kg is 500 g
Slide 7 - Slide
Instructie
1000 gram is een kilo
500 g is een halve kg en noem je ook wel 1 pond
100 g noem je ook wel 1 ons
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Oefenen
Iedereen krijgt een wisbordje. De docent noemt verschillende gewichten in grammen (g). Jullie schrijven op je wisbordje hoeveel milligram (mg) dat is. Je laat je wisbordje op de tafel liggen totdat de docent zegt dat je het kunt laten zien.
Slide 10 - Slide
Oefenen
Iedereen krijgt een wisbordje. De docent noemt verschillende gewichten in milligram (mg). Jullie schrijven op je wisbordje hoeveel gram (g) dat is. Je laat je wisbordje op de tafel liggen totdat de docent zegt dat je het kunt laten zien.
Slide 11 - Slide
Oefenen
Iedereen krijgt een wisbordje. De docent noemt verschillende gewichten door elkaar. Goed luisteren dus!! Je laat je wisbordje op de tafel liggen totdat de docent zegt dat je het kunt laten zien.