Paragraaf 2 Betalen en bankieren

Programma
Uitleg en maken paragraaf 2.2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
Uitleg en maken paragraaf 2.2

Slide 1 - Slide

Wat voor soort geld staat er op een betaalrekening?
A
Chartaal
B
Giraal

Slide 2 - Quiz

Als je contactloos betaalt, wat gebeurt er dan met jouw chartale en girale geld?
A
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt toe
B
chartaal: neemt toe giraal: neemt toe
C
chartaal: neemt af giraal: neemt toe
D
chartaal: blijft gelijk giraal: neemt af

Slide 3 - Quiz

Een nieuwe trui betalen met je bankpas. Je gebruikt je geld als:
A
Ruilenmiddel
B
Rekenmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
Ik kan uitleggen op welke manier je allemaal kunt betalen
Ik kan aangeven wat je allemaal kunt doen als je bankiert
Ik kan een rekeningafschrift lezen

Slide 5 - Slide

Op welke manier(en) kan je betalen?

Slide 6 - Mind map

Creditcard
Betalen met de creditcard is een vorm van giraal betalen. De creditcardmaatschappij schiet het geld voor.
Pas aan het eind van de maand worden de betalingen van je rekening afgeschreven.
- Betalen achteraf
- Vanaf 18 jaar
- Soms met rente

Slide 7 - Slide

Bankrekening

Creditsaldo:

Bij een positief saldo, heb je geld te goed, je staat in de "plus". 


Debetsaldo

Als je meer uitgeeft dan tot je op je rekening hebt staan, ontstaat er een tekort. Zo een negatief saldo noem je ook wel 'rood staan'.

Slide 8 - Slide

Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
------------
Nieuw saldo

Slide 9 - Slide

Voor- en nadelen
We kijken naar de volgende slide en vraag jullie na te denken over de voor- en nadelen van deze betaalmethodes.
5-10 minuten.. Gelezen dan starten met HW 2.2 maken!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Huiswerk
Maken paragraaf 2.2

Slide 12 - Slide