beeldspraak metonymie

metonymie les 2

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

metonymie les 2

Slide 1 - Slide

Vervang in de volgende zinnen het woord in hoofletters door een metonymie.

Slide 2 - Slide

Vanavond eten we Hollandse KOST: snert met spek (3 l)

Slide 3 - Open question

HET NATIONALE ELFTAL speelt vanavond tegen België. (9 l)

Slide 4 - Open question

De atlete hoopte op goud, maar moest genoegen nemen met de TWEEDE PLAATS.(6 l)

Slide 5 - Open question

Veel burgers denken dat meer POLITIE op straat veiliger is. (5 l)

Slide 6 - Open question

beantwoord de volgende vragen

Slide 7 - Slide

We kunnen volgende week de IJZERS onderbinden
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie

Slide 8 - Quiz

In juni rukte Napoleon op naar het oosten om Rusland te bezetten.
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie

Slide 9 - Quiz

Die vent is net een beest
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie

Slide 10 - Quiz

Die vent is een beest
A
vergelijking
B
metafoor
C
metonymie

Slide 11 - Quiz

oefenen
cambiumned beeldspraak oefenen; opdracht 1
woordenlijst doornemen 
opdrachten maken: woordenschat H2

Slide 12 - Slide