Les 1 Leven onder invloed Op wie wil je lijken?

• Godsdienst
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 5

Geloof je dat God een bestemmingsplan heeft voor jouw leven?

Gods bestemmingsplan 

Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Romeinen 8:29

Duidelijk:

• Hij wil jou vormen naar het evenbeeld van Zijn Zoon
  
• Bedoeling is dat je uiteindelijk net als Jezus wordt
• Het karakter van Jezus ontwikkelt en daarmee geestelijk volwassen wordt
• Het begint met het kiezen voor Jezus 1 Kor 11:1

In hoeverre leef jij al naar het voorbeeld van Jezus? kun je zeggen: ik ben een christen?

Wanneer ben je een christen?

Het gaat om je innerlijk! Filippenzen 2:5

Stel dat Jezus een dag in jouw huid zou kruipen. Wat zou er dan gebeuren? wat voor iemand zou je die dag zijn? zouden mensen in je omgeving een verandering zien aan je?

Wat zou het voor jezelf betekenen? hoe zou je je voelen? je gedrag? anders kijken naar mensen?

Je zit niet vast aan je persoonlijkheid

Jezus kan en wil ons hart veranderen totdat het identiek is aan dat van Hem

Een hart vol liefde, vrede en bewogenheid

Klaar voor een verrassing?

Wanneer jij de keuze maakt voor Jezus dan krijg je het hart van Jezus. Hij geeft zichzelf aan ons. Galaten 2:20 zegt: Christus leeft in mij. Hij wil je helpen om te veranderen en begint bij je hart. Van daaruit zullen uiteindelijk je daden ook op die van Jezus lijken!

Hoe word ik net als Jezus?

Denk na over wat we vandaag besproken hebben, breng het in de praktijk en laat je verrassen!

Vragen

1. Wat zou er in jouw leven veranderen wanneer Jezus werkelijk in jou schoenen zou staan?

2. Wie zouden er versteld staan van die nieuwe persoon? en waarom?

3. Wat zijn de verschillen tussen jouw hart en dat van Jezus?

4. Efeziers 4:20-32 beschrijft een aantal dingen die een Christen niet doet. Met welke dingen heb jij nog moeite?

5. Welk besluit neem je vandaag om daar verandering in te brengen?

6. Bid voor elkaar!