Les 13, herhalen Ch.1 2havo

Pak je werkboek, je aantekeningenschrift en je leesboek. 
Ga in stilte lezen of steek je vinger op voor een woordzoeker.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je werkboek, je aantekeningenschrift en je leesboek. 
Ga in stilte lezen of steek je vinger op voor een woordzoeker.

Slide 1 - Slide

Bonjour classe!
31-10-23

Slide 2 - Slide

Le programme:
- Est-ce que tout le monde est présent?
- SO bespreken
- Herhalen grammatica
- Hoe ziet de repetitie eruit?
- Blooket met vocabulaire, zinnen en grammatica

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

Regels in de Franse les
- Als ik praat, ben je stil
- Als iemand de beurt krijgt, dan luister je naar diegene
- Tijdens het zelfstandig werken ben je rustig en stil aan het werk.
- Tussen de lesmomenten door blijft het rustig
- Je neemt altijd een leesboek mee (die nog niet uitgelezen is), je werkboek, een schrift voor aantekeningen én je laptop

Slide 5 - Slide

SO Ch. 1 bespreken

Slide 6 - Slide

Grammatica herhalen

Slide 7 - Slide

Passé composé
Hoe zat het ook alweer?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Mes parents ...... ...... (danser) hier.
Welk persoonlijk voornaamwoord is 'mes parents'? Zij / wij / jullie?

Slide 10 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Mes parents ont dansé hier.

Slide 11 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Tobias .... ...... (faire) un voyage.

Slide 12 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Tobias a fait un voyage.

Slide 13 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Nous ..... ..... (avoir) une glace.

Slide 14 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Nous avons eu une glace.

Slide 15 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Moi, j' ...... ....... (faire) du camping avec mes parents.

Slide 16 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Moi, j'ai fait du camping avec mes parents.

Slide 17 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Vous ..... ..... (être) à l'hôtel?

Slide 18 - Slide

Vertaal en maak de passé composé:

Vous avez été à l'hôtel?

Slide 19 - Slide

Zijn er nog vragen over de passé composé of het bezittelijk voornaamwoord? 

Maandag hebben jullie een oefentoets, zodat je weet of je de leerstof voldoende beheerst

Slide 20 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Hoe zat het ook alweer?

Slide 21 - Slide

Vertaal
(Haar) ....... frère s'appelle Thomas?

Slide 22 - Slide

Vertaal
Son frère s'appelle Thomas?

Slide 23 - Slide

Vertaal
(Mijn) ......  maison (v ev) est grande.

Slide 24 - Slide

Vertaal
Ma maison est grande

Slide 25 - Slide

Vertaal
Sophie est (mijn) .....  amie (v ev)

Slide 26 - Slide

Vertaal
Sophie est mon amie

Je gebruikt 'mon', omdat 'amie' met een klinker begint!

Slide 27 - Slide

Hoe ziet de repetitie eruit?
Luisteropdracht (Vrai / faux)
Vocabulaire: Kies het goede woord
Grammatica: Maak de passé composé & vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in
Phrases-clés: Maak 5 zinnen waarin je de passé composé en vertaal wat tussen de haakjes staan
Leestekst (meerkeuze)
Vocabulaire: vertaal het woord

Slide 28 - Slide

Blooket met leerstof proefwerk volgende week!

Slide 29 - Slide

Huiswerk volgende les:
- Leren voor het proefwerk. Leerstof staat op Magister

Slide 30 - Slide