V3 1.3

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij

Startvragen
Wat doet een transformator?
Uit welke onderdelen bestaat het?
Welke formule hoort erbij?


1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij

Startvragen
Wat doet een transformator?
Uit welke onderdelen bestaat het?
Welke formule hoort erbij?


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Vorige keer:
1.2 - practicum transformator - volgende week opnieuw! :)

1.3 - opbouw huisinstallatie
formule voor vermogen

Slide 2 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting
  • Eerst: waarom [vermogen]? 

Slide 3 - Slide

Waarom?

Slide 4 - Slide

Elektriciteitsnet
Een hogere spanning is
minder energieverlies

Daarom wordt elektriciteit
over grote afstanden met 
een hoge spanning 
vervoert.

Slide 5 - Slide

Huisinstallatie

Slide 6 - Slide

Spanning en stroom thuis
Alle apparaten zijn thuis parallel geschakeld. Zodat de stroomsterkte over ieder apparaat gelijk is:


Om de totale stroomsterkte te berekenen tel je de stroomsterkte door iedere vertakking bij elkaar op:

Slide 7 - Slide

Elektriciteit in huis
  • Huisinstallatie: alle elektriciteitsdraden door het huis
    Soorten draden:
  • Stopcontact heeft 2 draden om een stroomkring te maken:
    1. fasedraad (bruin)
    2. nuldraad (blauw)
  • Lamp: schakeldraad
    (zwart)

Slide 8 - Slide

Vermogen van een apparaat
Het vermogen van een apparaat is afhankelijk van de stroomsterkte en
de spanning.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zet op volgorde van toenemend vermogen

Slide 13 - Drag question

Welke formule klopt niet?
A
P = U × I
B
I = P / U
C
U = P / I
D
U = I / P

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Maak: opdrachten van de routekaart - 1.3 
Let op: spicy heb ik nog niet uitgelegd
Werkvorm: zelfstandig, tijd
Klaar? probeer opdrachten 1.2 (transformator)

Slide 15 - Slide

Energie
  • Het energieverbruik van een apparaat meet je door het vermogen keer de tijd te doen. 

  • De eenheid van energieverbruik is joule (J) of kilowattuur (kWh)

  • Dit wordt gebruikt om de energierekening te betalen!

Slide 16 - Slide

Energie meten
  • In de meterkast thuis zit een kWh-meter (kilowattuurmeter)

Slide 17 - Slide

Energie berekenen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Joule en kWh
Stel een apparaat voor met een vermogen
 van 1000 W die 1 uur aan staat. 




Dus 1 kWh = 3,6 MJ

Slide 22 - Slide

Opdracht
Maak nu opdrachten 7 en 8 van de routekaart (spicy)
Gebruik formule E =  P * t

Werkvorm: zelfstandig, tijd
Klaar? probeer opdrachten 1.2 (transformator)

Slide 23 - Slide

Vooruitblik volgende les
Leerdoelen

Slide 24 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide