This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Herzlich Willkommen!
Slide 1 - Slide
Hausaufgaben
K2A sehen + B Wortschatz + C Hören
+ Slim stampen A+B
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
70 MILLIONEN JAHRE ALT!
Bauarbeiter finden
riesige Dino-Eier
Slide 4 - Slide
www.bild.de
Slide 5 - Link
Wie schnell fliegt ein Flugzeug?
schnell
schneller
am schnellsten
Slide 6 - Slide
Schnellstes Verkehrsflugzeug der Welt
2.100 Kilometer pro Stunde
Slide 7 - Slide
www.computerbild.de
Slide 8 - Link
Wat hebben we gisteren geleerd?
iets met:
voorzetsels
naamvallen
persoonlijke voornaamwoorden
overleg met elkaar en kijk wat jullie nog weten.
3 minuten
timer
3:00
Slide 9 - Slide
Anmelden in Lessonup
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
HET GAAT OM DE VOLGENDE VOORZETSELS:
DURCH = door Durch ihn (hem) bin ich so geworden
FÜR = voor Für mich (mij) macht sie alles
OHNE = zonder Ohne sie (haar) kann ich nicht leben
UM = om Um dich (jou) mache ich mich Sorgen
GEGEN = tegen Gegen dich (jou) gewinne ich
Tekst
Slide 12 - Slide
DE VOORZETSELS VAN DE 3E NAAMVAL:
aus uit
bei bij
mit met
nach na, naar
von van, door
zu naar
Slide 13 - Slide
Noem de voorzetsels met de 3e naamval
Slide 14 - Mind map
Noem de voorzetsels met de 4e naamval
Slide 15 - Mind map
aus
bei
mit
nach
von
zu
uit
bij
met
na, naar
van
naar
Slide 16 - Drag question
durch
für
ohne
um
gegen
door
zonder
om
voor
tegen
Slide 17 - Drag question
Stappenplan naamvallen
Stap 1: Welk voorzetsel staat er voor het invulwoord in de zin?
een voorzetsel van de 3e of 4e naamval?
Stap 2: kies de juiste vorm (persoonlijk voornaamwoord)
Slide 18 - Slide
ich
du
sie
es
er
wir
ihr
Sie
sie
ik
jij
hij
het
wij
zij
jullie
u
zij mv
Slide 19 - Drag question
mir
dir
ihr
ihm
ihm
uns
euch
Ihnen
ihnen
mij
jou
hem
het
ons
haar
jullie
u
hun/hen mv
Slide 20 - Drag question
Ich bin hier mit (jou) ....
A
dich
B
dir
Slide 21 - Quiz
Du gehst mit (mij) .... nach Hause.
A
mir
B
mich
Slide 22 - Quiz
Ihr seid nach (ons) .... an der Reihe.
A
wir
B
euch
C
uns
D
ihr
Slide 23 - Quiz
Er hat es für (mij)..........getan
A
mir
B
mich
Slide 24 - Quiz
Wir haben das von (u) .... bekommen.
A
Ihnen
B
Sie
C
ihnen
D
sie
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
ist diese Parkourläuferin bei den Parkour-Weltmeisterschaften in Tokio am Freitag. Bei der Sportart werden Hindernisse, wie Geländer, Treppen und Mauern, ohne Hilfsmittel überwunden.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Leerdoelen
Je begrijpt een eenvoudige tekst over het thema lachen.
Je kent de betekenis van de woorden van de Lernliste D-N: D Lesen.